isostatische reductie) bevatten onderstellingen die bovengenoemde nieuwe richting willen omzeilen, door ter hoogte van het waar- nemingspunt zelf, dat dikwijls op aanzienlijke hoogte boven de geoïde gelegen is, de waargenomen zwaartekracht behorende bij het daar aanwezige fysische equipotentiaalvlak te vergelijken met de berekende normaal-zwaartekracht op een referentie-equipotentiaal- vlak met dezelfde potentiaal om vervolgens met de zo verkregen in zekere zin relatieve anomalieën de vergelijking van Stokes toe te passen ter berekening van de afstand tussen beide equipo- tentiaal oppervlakken. Zowel De Graaff-Hunter (Engeland) als Molodenski (Rusland) gaan, ieder op eigen wijze, volgens bovenstaand principe te werk. Zonder enige hypothese kan door middel van waterpassing en zwaartekrachtsmeting de potentiaal tussen waarnemingspunt en geoïde worden bepaald. Ook publikaties van Bjerhammar (Zweden), Arnold (Potsdam) en Hirvonen (Finland) gaan in deze richting. Uiteraard moet men dan zekerheid hebben dat de potentiaalwaarde van het gemiddeld zeeniveau overal dezelfde is, een onderstelling die door oceanografen niet geheel juist wordt geacht, maar waarover nadere gegevens nog ontbreken. Hiermede in tegenstelling zijn de ideeën van Ledersteger (Oos tenrijk). Hij houdt vast aan de geoïde, maar wil deze vergelijken met een beter gedefinieerd referentie-niveauvlak, het niveauvlak van de genormaliseerde aarde ook wel de aardsferoïde genoemd dat hij tracht te vinden door bestudering van de niveau-oppervlakken en inhomogene sferoïdische massa's, welke in hydrostratisch even wicht zijn, hierbij aanknopend aan de theorieën van Clairaut over evenwichtsfiguren. Hij bestrijdt hierbij de theorieën van Pizetti en Somigliani die als referentie-niveauvlak het oppervlak van een homogene omwentelings-ellipsoïde hebben gekozen met de af metingen van de in 1924 aanvaarde internationale ellipsoïde van Hayford, waaraan in 1930 de formule voor de normaal-zwaarte kracht is aangepast. Hiermede wordt, volgens Ledersteger, de formule voor de normaal-zwaartekracht geweld aangedaan; deze moet worden beschreven op de aardsferoïde, zoals die oorspronkelijk o.a. door Helmert in bolfuncties tot en met de 4e orde is ontwikkeld, waarbij echter de coëfficiënten kunnen worden gecorrigeerd. Zich op fysisch standpunt stellend uit hij bezwaren tegen de bovengenoemde mathematische methoden van De Graaff-Hunter c.s., die elke hypothese over de dichtheidsverdeling van de aardkorst willen vermijden. Volgens Ledersteger moet de geodesie zich niet onttrekken aan een bestudering van de onregelmatig verdeelde massa's in de aardkorst met behulp van de ondulaties van de geoïde ten opzichte van de aardsferoïde. Hoewel de discussies in deze sectie moeilijk waren te volgen, kwam de tegenstelling tussen beide bovengenoemde richtingen toch scherp naar voren. Opgemerkt kan nog worden dat het vermijden van de reducties tot de geoïde, op voorstel van De Graaff-Hunter c.s., geheel past in de ontwikkeling van de zgn. driedimensionale geo- 220

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 30