dit een teruggrijpen op een fiscale wet van 1832, die de publikatie van tal van stukken voorschreef om er registratierecht op te kunnen heffen. In deze wet vinden we al dat onroerend goed moet worden aangeduid met zijn kadastraal nummer, wat kon, omdat het kadaster bij ons op 1 januari 1832 in gebruik is genomen voor de Grondbelasting. Het K.B. nu van 1838 drukt de hypotheekbewaarders op het hart toch vooral te zorgen, dat in alle stukken de kadastrale aan duiding voorkomt, dus als ze ontbreekt aan te dringen op aan vulling. Nogmaals zij herhaald dat men dit voorschrift niet gaf met het oog op de begrenzing van de objecten. Maar men kon nu de administratie beter opzetten, omdat men thans ook via een percelenregister alle stukken kon weervinden die op dat perceel betrekking hadden en men nu van een bepaald perceel kon opgeven welke hypotheken daarop waren ingeschreven. Ik laat nu maar terzijde dat men de registers wel wat praktischer had kunnen inrichten en betere voorschriften voor de bij houding had kunnen geven, maar het essentiële is, dat in alle stukken die sinds x oktober 1838 in de openbare registers gepubliceerd zijn, de percelen waarover de transacties gaan, met hun kadastrale nummers zijn aangeduid, al vindt men daarnaast meestal een be schrijving in niet technische termen. En dus kan men nu de vraag stellen: Wat betekent het feit, dat in een stuk de kadastrale aan duiding mede is gebruikt Uiteraard is alleen van belang wat hierover in een grensproces voor de burgerlijke rechter wordt beslist. Wat gebeurt bij de veel voorkomende grensuitzettingen op verzoek van de wederzijdse eigenaren heeft rechtens geen belang als beiden tevreden zijn gesteld als de landmeter van het kadaster de kadastrale grens op het terrein heeft zichtbaar gemaakt. Mochten ze tot overeenstemming komen over een andere lijn dan kan deze pas betekenis krijgen als er een akte van ruiling of overdracht, c.q. een dading in de openbare registers wordt over geschreven. Immers zo alleen kunnen voor de veranderde grens nieuwe gegevens in het kadastrale archief komen, steunende op een overgeschreven stuk. Processen over de grenzen zijn niet talrijk, tenminste het getal dat in de bekende verzamelingen van jurisprudentie is gepubliceerd is niet bepaald groot te noemen. Maar voor zover ze bekend zijn geworden komt daarbij altijd op de één of andere wijze de kadastrale grens (dus de betekenis van de kadastrale aanduiding in de akten van de beide procespartijen) ter sprake. En natuurlijk immer zo, dat degene, voor wie de kadastrale grens voordelig is, tracht te bewijzen dat dat de rechtsgrens is, terwijl de tegenpartij probeert dit te ontzenuwen door de nadruk te leggen op een nadere om schrijving in de akte en meestal een beroep doet op verkrijging door verjaring van het betwiste perceelsgedeelte. 268

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 10