door verjaring eigenaar van de strook was geworden, maar dat
gelukte niet, omdat zijn eigen bezit te kort had geduurd en hij had
niet kunnen aantonen dat hij het bezit van zijn voorgangers had
overgekregen.
Hier is een fout gemaakt door de advocaat van Harcksen, die
in de conclusie van antwoord in eerste instantie had kunnen toegeven
(bekentenis heet dat in bewijsrechterlijke terminologie) dat inder
daad de betwiste strook een deel was van het perceel 1047, maar
te betwisten dat Van Alphen daarvan eigenaar was geworden door
de overschrijving van zijn akte. Immers door die overschrijving kon
hem niet meer worden geleverd dan wat zijn verkoper in eigendom
had volgens het bekende adagium, de zgn. nemo plus regel, dat
niemand meer rechten aan een ander kan overdragen dan hij zelf
heeft. Ook de verkoper van Van Alphen had in zijn akte staan,
dat hij kocht een huis en plaats aan de Helmersstraat kadastraal
bekend Rotterdam S 1047, zoals hij het weer van zijn voorganger
had verkregen. Deze laatste nu had het pand gekocht op een
openbare veiling in 1906 als kavel nummer 1.
In het proces-verbaal van veiling werden te koop aangeboden:
perceel 1 een huis en plaats aan de Helmersstraat en perceel 2 een
huis en tuin aan de Diergaardelaan.
Uit de verdere inhoud van het proces-verbaal blijkt duidelijk
dat de bedoeling is dat perceel 1 en 2 afgescheiden worden door de
sinds 1884 aanwezige schutting, zoals de percelen ook al sinds
jaren worden gebruikt. Aangezien beide percelen van dezelfde
eigenaar waren, staat in het proces-verbaal nog uitdrukkelijk ver
meld, dat als perceel 1 en 2 door verschillende mensen worden
gekocht, de deur in de schutting moet worden dichtgemaakt.
Genoeg om onomstotelijk vast te stellen dat de veilingspercelen
werden afgescheiden door de schutting.
Inderdaad geraken bij die veiling de percelen in verschillende
handen en nu is het nare, dat de redacteur van het proces-verbaal
van de veiling de percelen 1 en 2 zonder meer de kadastrale num
mers 1047 en 1935 geeft, omdat die op naam van de verkoper voor
kwamen. Door de overschrijving van het proces-verbaal kunnen de
kopers bij de veiling dus niet meer in eigendom hebben gekregen
dan de percelen afgescheiden door de schutting. De koper van
perceel 1 kon dus later ook niet meer overdragen, al werd dan ook
dit perceel klakkeloos genoemd 1047, zoals in de veilingsakte abu
sievelijk is vermeld. En zo kon ook Van Alphen ondanks zijn
akte met het gehele nummer 1047 nimmer de eigendom van de
betwiste strook hebben gekregen.
Hadden de kopers in de veiling na enige jaren ruzie over die
schutting gekregen, dan zou zeker de kadastrale aanduiding in die
akte terzijde zijn gesteld. Dat nu anders geoordeeld moest worden
is een gevolg van ons burgerlijk procesrecht, dat de rechter bindt
aan de posita van partijen, die rechtens als bewezen moeten worden
aangenomen al zijn ze ook in strijd met de objectieve waarheid.
270