en ook voor gehele omwisseling van kavels. Het zal de plaatselijke
commissie dus vaak niet gelukken op die wijze overeenstemming
te bereiken en dan wordt de zaak overgedragen aan de rechter
commissaris.
Deze tracht op zijn beurt te bemiddelen, maar heeft nu natuurlijk
ook de instemming van de plaatselijke commissie nodig. Blijven er
bezwaren over, dan verwijst hij deze zaken naar een door hem te
bepalen zitting van de rechtbank en doet aan haar, na de kavelin
deling te hebben vastgesteld, een proces-verbaal van het door hem
verhandelde toekomen. De rechter-commissaris heeft een bemid
delende rol, maar verder is zijn inschakeling belangrijk vanwege de
goede juridische voorbereiding voor de behandeling door de recht
bank.
Zijn er geen bezwaren ingediend of bereikt de plaatselijke com
missie daarovei met belanghebbenden overeenstemming, dan staat
het plan vast en is er geen taak voor de rechter-commissaris, noch
voor de rechtbank. Bereikt de rechter-commissaris overeenstem
ming, dan behoeft eveneens de rechtbank niet in het geweer te komen.
Y
X
24
Ik schreef hiervoor, dat de rechter-commissaris alleen kan be
middelen; dat was vóór 1938 zeker het geval, maar toen heeft hij
er in feite een rechtsprekende taak bij gekregen, want zo moet het
vaststellen van de kavelindeling toch worden opgevat. Het is nu
interessant te zien wat de praktijk hiervan heeft opgeleverd, de
praktijk die ondanks de wet veelal de weg weet te vinden voor
redelijke oplossingen.
Kort na 1938 deed zich al het geval voor dat een wijziging van de
kavelindeling de beste manier was om een bezwaar op te lossen
maar dit leek met de nieuwe bepaling niet te verwezenlijken daar
derden niet wilden meewerken. Ik weet niet, waar het is geweest en
wie zo slim was de methode uit te denken, die het wél mogelijk
maakte en welke methode, gezien ook de rechterlijke uitspraken
opgenomen in nr. 101 van de editie Schuurman Jordens (Ruil-
276
HOOFDWEG
2A-
25
HOOFDWEG
p/i
2A?
D
2Ub
0
2UC
25°
25b
E