27Q
artikel wordt in het volgende verduidelijkt: „Het in artikel 7 be
doelde goedgekeurde beding heeft overeenkomstige rechtsgevolgen
als de daarin van toepassing verklaarde wetsbepalingen. De in die
wetsbepalingen aangegeven autoriteiten, colleges en ambtenaren
verlenen op overeenkomstige wijze hun medewerking".
Het is derhalve zaak, bij het opstellen van de overeenkomst zo
veel mogelijk bedingen, welke voor de betrokkenen van belang
kunnen zijn, op te nemen; dat wil dus zeggen, zoveel mogelijk
bepalingen van titel III van de wet (Ruilverkaveling uit kracht
van de wet), die de betrekkelijke ruilverkavelaars een voordeel
kunnen opleveren, van toepassing te verklaren. Tot deze bepalingen
behoort o.a. artikel 128:
„1. Alle stukken, opgemaakt ingevolge deze titel, zijn vrij van
zegel en van het evenredig recht van registratie.
2. De medewerking van de hypotheekbewaarder bij de uit
voering van deze titel geschiedt kosteloos".
Indien dit „beding" niet in de ruilverkavelingsovereenkomst is
opgenomen, zullen alle voor heffing van zegelrecht in aanmerking
komende stukken aan dat recht onderworpen zijn, zal voor de
overschrijving van de akte, houdende de ruilverkavelingsovereen
komst en van de akte van toedeling de verschuldigde rechten
moeten worden betaald en zal in ieder geval de akte van toedeling
onderworpen zijn aan het evenredig recht van registratie.
Niet alleen is het raadzaam artikel 128 toepasselijk te verklaren,
doch het lijkt ook geboden dat, alvorens de overeenkomst
wordt overgeschreven, de Minister van Landbouw en Visserij
de in art. 7 bedoelde goedkeuring heeft verleend en ook dat
van die goedkeuring uit het in de openbare registers over te
schrijven stuk blijkt. Zonder die goedkeuring heeft het opnemen
van het beding, i.e. de toepasselijkverklaring van art. 128, generlei
rechtsgevolg. De hypotheekbewaarder moet in staat gesteld
worden zich er van te overtuigen dat de goedkeuring is verleend.
Kan hij dat niet, dan zal hij van de overschrijving het normale
recht moeten heffen.
Zou de goedkeuring achteraf worden verleend, dan zou zulks
meebrengen dat de rechten gerestitueerd moeten worden, met
alle administratieve beslommeringen van dien. M.m. geldt naar
het voorkomt hetzelfde voor het zegel- en ev. het registratierecht.
Behalve bovenvermelde verrichtingen van de hypotheekbe
waarder we bepalen ons voor het vervolg tot diens medewerking
zijn er nog andere, die binnen het kader van de in art. 128
bedoelde medewerking vallen. We doelen hier op de afgifte van
extracten uit de kadastrale legger en uit het kadastrale plan, alsmede
de opgave van de bezwaardheid van de percelen, alles voor zover
nodig voor de voorbereiding van de ruilverkavelingsovereenkomst.
Het mag duidelijk zijn, dat in het stadium van voorbereiding er
nog geen ovei eenkomst is, en dus niet alleen nog niet vast staat