v I 289 arcsin sin a Y a s arcsin j n sin hierbij is a de hoek van inval, e de brekende hoek van het prisma en n de brekingsindex. Y wordt minimaal als het prisma door de lichtstraal symmetrisch doorlopen wordt, dus als a arcsin sin We kunnen bovenstaande formule benaderen door y Ym,„ act.2, waarbij Ymln de minimum deviatie is is de hoek t.o.v. de straal die de minimumdeviatie geeft). Bij de dubbelbeeldafstandmeting geldt voor de vermenigvuldig- constante A cotg y. y is echter geen constante, maar hangt af van de hoek van inval. Om u een indruk te geven van de ver andering, een enkel cijfer. Draaien we een prisma dat in de minimum stand staat 1 graad, dan verandert de deviatie ongeveer 2 dmgr, de A constante dus 0,3 °/00 d.w.z. 3 cm op de 100 m. De hoek van inval verandert echter ook als we op verschillende plaatsen in het gezichtsveld waarnemen. We zouden dan dus met verschillende vermenigvuldigconstanten moeten werken; we doen dit niet, dus we krijgen fouten. Fig. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 31