RECHT EN ADMINISTRATIE
Mr. J. H. JONAS,
Afscheidscollege van 16 Juni 1961
Als men zich zet om voor een gelegenheid als deze een voordracht
samen te stellen gaan de gedachten onwillekeurig terug naar het
verleden en gaat men deze spanne tijds van 25 jaren overdenken.
Met ingang van 1 september 1936 werd ik benoemd tot lector
aan de Technische Hogeschool (de bijvoeging Delit was toen nog
niet nodig) om onderwijs te geven in het burgerlijk recht en de
hypothecaire en kadastrale administratie. De in 1918 te Wageningen
aan de Landbouwhogeschool ingestelde Landmeterscursus was in
1936 overgebracht naar Delft om aldaar uit te groeien tot een
volledige ingenieursstudie nl. die voor geodetisch ingenieur.
Toen ik in 1910 werd benoemd tot adspirant-landmeter van het
kadaster, na een vergelijkend examen over de H.B.S.-stof, was er
nog geen sprake van een opleiding tot landmeter van het kadaster.
Men moest minstens vier jaren dienst gedaan hebben als adspirant
en mocht dan het landmetersexamen afleggen. Hoe men de voor dit
examen nodige kennis moest verwerven was een probleem dat
iedere adspirant maar zelf moest zien op te lossen, daarin geholpen
door welwillende landmeters van het kantoor waarin hij werkzaam
was. Er bestonden enkele leerboeken over geodesie en over hypo
thecaire en kadastrale administratie. Men mocht een verzoek doen
om in de nabijheid van Delft te worden geplaatst om dan ge
durende een jaar aldaar als toehoorder (voor eigen rekening) de
colleges in landmeten en waterpassen te volgen en in het labora
torium praktische oefeningen met instrumenten en enige metingen
te doen, waardoor dus een deel van de stof onder de knie kon
worden gekregen. Maar het landmetersexamen omvatte ook recht
en ook hiervoor moest de adspirant maar zien uit te vinden wat
daarvoor zou worden gevraagd al was het hem al wel duidelijk
geworden dat het zakenrecht belangrijk zou zijn. Immers hij had
bij zijn praktisch werk als adspirant wel ervaren dat men als
landmeter voortdurend in aanraking komt met de zakelijke rechten,
die op de grond kunnen worden uitgeoefend; dat men iets diende
te weten van de erfdienstbaarheden, over overdracht van omoerend
goed en wat daarmee samenhangt, over de verkrijgende verjaring
en over het erfrecht. Wanneer dan ook in 1918 een opleiding voor
landmeter tot stand komt aan de Landbouwhogeschool te Wage
ningen, behoeft het niet te verwonderen dat in het studieprogramma
ook het recht een plaats krijgt en men daarvoor een lector benoemt.
Dit was een oud-landmeter, Meester in de Rechten.
In die tijd waren er verscheidene landmeters, die begrepen dat
Lector aan de Technische Hogeschool te Delft: