hoekmeting en een beschouwing over de wiskundige voorstelling van delen van de geoïde d.m.v. fourierreeksen en polynomen. Het vijfde hoofdstuk bevat praktische toepassingen op de zeer uitvoerige en zorgvuldig uitgevoerde metingen in het meridiaan profiel van St. Gotthardt. In dit profiel is in 1916-1918 een „astro nomisch nivellement" uitgevoerd, zodat vele astronomische ge gevens bekend zijn; in 1950 heeft de Zwitserse geodetische com missie in een 26,4 km lang deel hiervan nauwkeurige verticale hoekmetingen laten verrichten. Een belangrijke en voorzover mij bekend unieke omstandigheid is, dat de kromming van de verticaal voor de verschillende punten berekend is uit de aantrekking der aardmassa. Voor de verzameling van al deze gegevens moet men de Zwitserse geodetische commissie zeer erkentelijk zijn; Dr. Gleinsvik heeft dit rijke materiaal zorgvuldig bewerkt en komt zo tot een viertal verschillende geoïdeprofielen op grond van verschillend behandelde („gecorrigeerde") gegevens. Hij knoopt er interessante beschouwingen aan vast over de verschillende soorten hoogten. Tenslotte geeft hoofdstuk 6 resultaten van de meting van een zeer klein driehoeksnet (grootste zijdelengte 387 m, kleinste 52 m). Hier zijn schietloodafwijkingcomponenten berekend; verder is een vergelijking afgeleid die de hoogte van de geoïde boven de ellipsoïde ter plaatse geeft als functie van de horizontale coördi naten. Er volgen nog enige beschouwingen over de invloed van de schietloodafwijkingen op de horizontale hoeken aangetoond wordt dat op de driehoeksvoorwaarden slechts relatieve schietlood afwijkingen een invloed uitoefenen terwijl de sluittermen der sinusvoorwaarden ook door de absolute waarden der schietlood afwijkingen beïnvloed worden, althans in een niet-regelmatig net. Een aantal duidelijke conclusies besluit het boek. Slechts de hoofdtrekken van deze helder geschreven publikatie konden hier aangegeven wordenzij bevat verder vele detail kwesties die voor de geïnteresseerde in dit speciale gebied van belang zijn. Dr. Gleinsvik heeft dit gebied over vrijwel de volle breedte voortreffelijk behandeld en op vele punten de bestaande inzichten veibeterd en aangevuld: het boek is een zeer belangrijke aanwinst voor de litteratuur over de trigonometrische hoogte meting en wat daarmee in verband staat. De typografische verzorging is uitstekend. J. E. Alberda 303

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 45