352 kavels (2,3 tot 3,3 ha) bij elkaar te brengen en voor 20 van de oppervlakte de afstand van de wegen op 600 m te stellen (zie tabel 2). Bovengestelde moeilijkheid leidt er in de praktijk toe, dat de afstand van de wegen wordt gebaseerd op de toelaatbare diepte van de toe te delen kleinere kavels. In de ruilverkaveling Montfort is de onderlinge afstand van de wegen bijvoorbeeld ca. 300 m. Enerzijds is men tot het kiezen van deze oplossing gedwongen omdat vrijwel uitsluitend met doorgaande kavelontsluitingswegen wordt gewerkt en de kavelindeling vooraf niet bekend is, anderzijds heeft deze oplossing het voordeel dat de nieuwe kavelprojectie geografisch in mindere mate aan het wegenstelsel is gebonden, hetgeen wil zeggen dat men elke kavelgrootte op nagenoeg elke willekeurige plaats in het blok kan toedelen. Indien men in verband met de ontsluitingskosten de onderlinge afstand van de kavelontsluitingswegen wil opvoeren dan moeten er oplossingen worden gegeven voor de vorm en de ontsluiting van de kleine kavels. Daartoe zijn naast doorgaande kavelontsluitings wegen en dwarsverbindingen nog insteekwegen te onderscheiden (zie fig. 1). doorgaande weg doorgaande weg kavelgrenzerr kavelgrenzen insteek weg insteekweg Fig. 4. Schets model I Fig. 5. Schets model II

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 42