358
ontwikkelingen. Het gebruik van insteekwegen moet dan ook
tevens worden gezien als een aanpassing aan de huidige, niet
bestendige, bedrijfsgroottestructuur.
5. Samenvatting en conclusies
Het ontwerp voor een wegennet in ruilverkavelingen wordt vaak
gedicteerd door de topografie, de bestaande reeds verharde wegen,
bebouwing en dergelijke. Op de grote complexen veldgrond en
oudere ontginningsgrond in de Limburgse ruilverkavelingen echter
zijn deze dwingende factoren van weinig betekenis. De onderlinge
afstand van de kavelontsluitingswegen (zie fig. 1) kan op deze
complexen bouwland worden afgestemd, op de bedrijfsgrootte
structuur (zie tabel 1). De kavelgrootte-verdeling is hieruit af
geleid (zie tabel 2).
Met behulp van het verband tussen perceelslengte en exploitatie
kosten met en zonder wegkosten (zie fig. 2 en fig. 3) werden de toe-
Bijlage 1
Aantal meters insteekweg per ha voor model I bij verschillende afstand van
de doorgaande kavelontsluitingswegen
Afstand van
de wegen
Niet toe te delen
bij kaveldiepte
halve wegenafst.
van de
cultuurgrond
m insteekweg
per ha
300
a
5
0,05
X
50
2,5**
400
a
b
5
10
0,05
0,10
X
X
50
33.3
2,5
3,3
15
5,8
500
a
b
5
10
0,05
0,10
X
X
50
33,3
2,5
3,3
15
5,8
600
a
b
c
5
10
15
0,05
0,10
0A5
X
X
X
5°
33.3
20
2,5
3,3
3,o
3°
8,8
700
a
b
c
d
5
10
15
20
0,05
0,10
0.15
0,20
X
X
X
X
50
33.3
20
16,7
2,5
3.3
3,°
3,3
5°
12,1
800
a
b
c
d
5
10
15
20
0,05
0,10
0,15
0,20
X 50
X 33.3
X 20
X 16,7
2,5
3,3
3.0
3,3
50
12,1
Klasse-aanduiding (zie tabel 2)
Voor de a-kavels, die 5 van de totale oppervlakte beslaan, is de toe
laatbare kaveldiepte 100 m. Voor 1 ha a-kavels is bij de toedeling aan beide
zijden van de insteekweg 50 m weg per ha nodig. Voor het gehele gebied
betekent dit per ha 0,05 x 50 2,5 m/ha.