359 11 32 laatbare perceelslengten voor de verschillende perceelsgrootten vastgesteld. Bij een overlangse indeling van de kavel in percelen is de toelaatbare kaveldiepte gelijk aan de toelaatbare lengte van de percelen die tezamen de kavel vormen. In tabel 2 zijn de toelaat bare kaveldiepten voor de kavelgrootteklassen vermeld. De onderlinge afstand van de doorgaande kavelontsluitingswegen Bijlage 2 Aantal meters insteekweg per ha voor model TI bij verschillende afstand van de doorgaande kavelontsluitingswegen Afstand van de wegen Niet toe te delen bij kaveldiepte halve we genafstand Combineren met Door combinatie gebonden grote kavels in van de opp.cult.grond m insteekweg per ha 300 a c t/m f 200 100 X 5 10* 400 a d t/m f 300 100 X 5 15 500 b a c t/m f e t/m f 250 150 400 100 X X 10 5 20 600 b a ib ib e t/m f f 35° 150 450 150 X X 10 5 23 43 15 0,05 0,05 X 50 2,5 x 33.3 1,7 c e t/m f 35° 250 X 15 21 36 4,2 700 a b c 0,05 0,10 o.ï5 x 50 2,5 x 33,3 3,3 x 20,0 3,0 d e t/m f 400 300 X 20 27 27 800 a b c d 0 0 0 0 0,05 0,10 0,15 0,20 8,8 X 50 2,5 X 33.3 3,3 X 20,0 3,0 X 16,7 3,3 0 12,1 De a-kavels beslaan 5 van de oppervlakte cultuurgrond. Tegenover deze a-kavels met een diepte van 100 m moeten c, d, e en f-kavels liggen met een diepte van 200 m. De oppervlakte van deze door combinatie gebonden grotere kavels bedraagt 200/100 x 5 10 van de totale oppervlakte.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 49