Daarom wordt in dit verslag aandacht besteed aan de geschiedenis van deze instellingen en treffen we de foto's aan van de heren Ir. A. L. H. Roebroek, Ir. F. P. Mesu en J. J. Gorter, die gedurende die periode lange jaren functies hebben vervuld respectievelijk als voorzitter van de C.C.C., directeur van de C.T.D. en hoofd van de Rvkdienst. In grote lijnen wordt in het eerste hoofdstuk „Algemene Be schouwingen" de ontwikkeling in het beleid en de uitvoering geschetst. De verandering van het karakter van de ruilverkaveling, van eenvoudige landbouwkundige maatregel tot ingrijpende ver betering van de plattelandsstructuur, is gepaard gegaan met tal van wijzigingen in de organisatie: Meer werk in uitvoering bij aan nemers, onderzoek naar de doelmatigste uitvoering (alternatieve plannen), verschuiving van werk uit de ambtelijke naar de particu liere sector, het zoeken naar meer coördinatie en efficiency (in stelling bureaus van uitvoering), enz. Gedurende de laatste jaren is ca. 40 000 ha in stemming gebracht. Een prestatie die bewondering afdwingt, maar ook enige zorgen baart voor de C.T.D. en de Rvkdienst. Voor de ruilverkaveling is onveranderd ca. 80 miljoen gulden ter beschikking gesteld. Het lijkt mij nu een moeilijke opgave de gemiddelde kosten per ha tot 2000.terug te brengen. Daarbij komt nog dat de ruilverkave lingsovereenkomsten in oppervlakte toenemen; voor de hieraan verbonden kosten zijn geen extra gelden uitgetrokken. Een voor lopige oplossing om met het beschikbare geld rond te komen is de uitvoering per ruilverkavelingsblok in een groter aantal jaren te doen plaats hebben; hiermee is echter de landbouw zeker niet gebaat. Een ander probleem, dat om een oplossing op korte termijn vraagt, wordt opgeworpen door de discrepantie tussen de 40 000 in stemming gebrachte hectaren en de door de Rvkdienst geleverde prestatie van ca 10 000 hectare per jaar. Dit laatste getal kan het volgend jaar wel hoger liggen, maar de aan het einde van hoofdstuk 2 geuite belofte vermeldt geen jaartal: „Alle inspanning wordt erop gericht, dat de Ruilverkavelingsdienst van het Kadaster een ruilverkavelingsprogramma van 40 000 ha per jaar zal kunnen verwerken" (blz. 20). Nemen we aan dat de prestatie per manjaar 100 ha bedraagt, dan wil dat zeggen dat de dienst van 245 tot 400 man, en liefst van goede kwaliteit, moet worden uitgebreid. Geen geringe opgave! Met de conclusie (blz. 7) vooralsnog een herziening van de wet uit te stellen zal iedere ruil ver ka velaar het wel eens zijn. Dit geldt ook voor de stemming. Tegen elk systeem van stemming zullen recalcitrante eigenaren min of meer gegronde bezwaren kunnen aanvoeren. Dit stokpaardje wordt steeds bereden als men tegen ruilverkaveling wil ageren. Men zette dit beestje nu maar eens op stal! Het was de ingewijden wel bekend dat aan de in 1954 ingevoerde 362

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 52