nationale contacten in verleden en toekomst"; aansluitend hierop
vertoont Prof. R. Roelofs vele geslaagde dia's, die hij tijdens zijn
internationale contacten had verzameld.
Tenslotte sluit de voorzitter het congres, nadat hij beide sprekers
dank heeft gezegd voor de gehouden voordrachten.
In de middag wordt gezamenlijk een koffietafel genoten en een
rondrit door midden-Brabant gemaakt. Om plm. 18.00 uur was
bij terugkomst in Tilburg een einde aan dit jubileumcongres
gekomen.
De secretaris van de N.L.F.,
Ir. I. P. Toussaint
Bibliotheek voor Kadaster en Landmeetkunde
372
Uitleningen geschieden aan alle lezers van dit tijdschrift.
10-42-D. De berekening van cofactoren van de coördinaten van snellius-
punten. 25 blz. met 4 bijvoegsels. Delft. 1954
10-49. Löbel. Vektorielle Ausgleichung. 35 blz. Stuttgart. 1959
10-50. Baarda. Waarnemingsrekening. Uitbreiding van de theorie tot
correlerende waarnemingsgrootheden. 91 blz. Delft. 1959
10-51. Baarda. The connection of geodetic adjustment procedures with
methods of mathematical statistics. 28 blz. Delft. i960
10-52. Goussinsky. Collective observations in theory and practice.
26 blz. Tel Aviv. i960
IO_53- Ackermann. On accidental errors with a systematic influence.
12 blz. Delft. i960
10-54. Baarda. De betekenis van varianties van coördinaten bij bereke
ning van puntsbepalingsystemen in het platte vlak. 112 blz. Delft. i960
IO"55- Jordan-Eggert-Kneissl. Handbuch der Vermessungskunde.
Band IMathematische Grundlagen, Ausgleichungsrechnung und Rechen-
hilfsmittel, von Nabauer. 10. Auflage. 824 blz. Stuttgart. 1961
110-137-D. Honkasalo. Measuring of the 864 m -long Nummela standard
base line with the Vaisala light interference comparator and some investi
gations into invar wires. 88 blz. Helsinki. 1950
110-284-D. Verzeichnis der Veröffentlichungen der Deutschen Geodatischen
Kommission. 23 blz. Frankfurt am Main. 1958
110-285-D 1. Kneissl. Geodatische Streckenmessung. I. Lichtelektrische
und elektronische Entfernungsmessung. 59 blz. Miinchen. 1958
110-285-D2. Arnold. Zur Theorie der gravimetrischen Verbesserung
astronomischer Nivéllements. 6 blz. Leipzig. 1958
110-285-D3. Arnold. Zur Bestimmung der gravimetrischen Geoidundu-
lationen einschliesslich der Glieder von der Grössenordnung N. 5 blz.
Leipzig. I958
110-285-D4. Ross, Aslakson, Rinner und Ledersteger. Geodatische
Streckenmessung. II. Shoran- und Hiran-Triangulation 63 blz. Miinchen
1958
110-288. Arnold. Die Randbedingungen von Cauchy und die Haupt-
aufgabe der physikalischen Geodasie mit besonderer Berücksichtigung der
Eindeutigkeit der Lösung. 14 blz. Leipzig. 1959
110-289. Brock amp. Überlegungen und Programmpunkte für eine Grön-
land-Expedition. 13 blz. Miinchen. 1959
110-290. Marzahn. Ausgleichung des Deutschen Schweregrundnetzes
(Gravimeter- und Pendelmessungen)50 blz. Miinchen. 1959
110-291. Arnold. Zur Bestimmung der Geoidundulationen aus Freilufta-
nomalien. Schwerewerten in grossen Höhen über der Erdoberflache. 69 blz.
Berlin. 1959
