375
I2-45-D- Horstink. Handboek der landmeetkunde, bewerkt voor Ned.
Oost-Indië. Deel I 411 blz., deel II 441 blz., verbeterblad 16 biz. Bandoeng.
I93I
12-94. Lustrumboek van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius".
Instrumentatie in de geodesie. 328 blz. Delft. i960
120-36. Gerke e.a. Geodatische Streckenmessung. 37 blz. Hamburg. 1959
120-37. De Munck. De tellurometer. 59 blz. Delft. 1959
120-38. Fischer. Die Anwendung der indirekten Distanzmessung in der
Vermessungspraxis. 16 blz. Heerbrugg. 1959
121-25. Wiersma. Het randonderzoek volgens de methode van Heuvelink.
70 blz. Delft. 1959
122-30-D. Bock. Mathematische und geschichtliche Betrachtungen zum
Einschneiden. 122 blz. Hannover. 1956
122-33. Haasbroek. Dubbelpuntsbepaling met overtallige waarnemingen
en oplossing van een stelsel lineaire vergelijkingen. 17 blz. Delft. i960
123-49. Jenkins. Curve surveying. 184 blz. London. i960
124-16. Brockamp. Erweiterter Nachtrag zu den wissenschaftlichen Er-
gebnissen der Deutschen Grönland-Expedition Alfred Wegener. 76 blz.
Miinchen. 1959
124-17. Taton. Topographie souterraine. 128 blz. Paris. i960
125-79. Gerke und Watermann. Die Karte der mittleren Freiluftanoma-
lien für Gradabteilungen 6' x 10' von Westdeutschland. 18 blz. met een
kaart. Frankfurt am Main. 1959
125-80. Schleusener. Karte der mittleren Höhen von Zentraleuropa.
8 blz. met één kaart. Frankfurt am Main. 1959
126-6-D. Sarnetzky. Grundzüge der Luft- und Erdbildmessung. 236 blz.
Berlin. 1928
126-14-D. Hugershoff. Photogrammetrie und Luftbildwesen. 272 blz.
Wien. 1930.
126-156. Brucklacher. Zur raumlichen Acrotriangulation von Bild-
streifen. 54 blz. Miinchen. 1959-
126-157. Rinner. Einfluss der Definition der Landes-Koordinaten auf
die photogrammetrische Triangulation. 29 blz. München. 1959
126-158. Seifers. Ankopplung der ,,Z 11" an den Stereoplanigraph.
30 blz. München. 1959
126-159. Buchholtz. Photogrammetrie. 2e druk. 520 blz. Berlin. i960
126-160. Förstner. Über Ausgleichungsprobleme und Fehlertheorien
bei Aerotriangulationen. 70 blz. Frankfurt am Main. i960.
126-161. Förstner. Höhenfehler bei Stereogrammanschlüssen. 52 blz.
Frankfurt am Main. i960
126-162. Schermerhorn. Photogrammetry in the Netherlands 1956-1960.
44 blz. Delft. i960
126-163. Deutsche Geodatische Kommission. Landesbericht zum IX.
Internationalen Kongress für Photogrammetrie London i960. Internatio-
naler Bericht der Kommission V (nicht-topographische Anwendungen)
83 blz. München. i960
126-164. Schermerhorn. Actual problems in aerial Survey. 30 blz. Delft.
i960.
126-165. Visser. Production of large-scale photo-mosaics based on slotted
templet control at the National Cartographic Centre of Iran. 12 blz. Delft.
i960.
126-166. Corton. Image quality in air photography. Degradation and
conservation of details in positive copying. 17 blz. Delft. i960
126-167. Kasper. Gedanken zur Anwendung der Photogrammetrie in der
kleinmassstablichen Originalkartographie. 23 blz. Heerbrugg z.j. (1961)
126-168. Braum. Die numerisch-graphische gegenseitige Orientierung von
Steilaufnahmen an den Stereogeraten I. Ordnung für beliebige Gelande-
und Lückengestaltung. 55 blz. München. 1961
221-19. Nakken. De openbare registers en het Kadaster, nu en straks.
77 blz. 1959
