379
De voorzitter wenst de heren T. R. Jonker en M. F. Ferwerda
geluk met de hun verleende koninklijke onderscheiding.
2. Notulen. De notulen van de vorige Algemene vergadering,
zoals gepubliceerd in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet
kunde, jaargang nr. 76, blz. 354, worden onveranderd goedgekeurd,
onder dankzegging aan de samensteller.
3. Jaarverslag ingevolge artikel 14a van het huishoudelijk regle
ment, zoals gepubliceerd in het Tijdschrift, jaargang nr. 77, blz. 306.
Ir. P. A. Roos, sprekende namens de Afdeling 's-Gravenhage,
dringt aan op meer uitvoerigheid. Thans krijgt men de indruk uit
het verslag dat er niet veel gebeurt. Ook in 1958 is er door de ver
gadering aangedrongen op een uitvoeriger verslag.
De voorzitter antwoordt dat het jaarverslag in twee gedeelten
moet worden gepubliceerd. Het ene gedeelte, behandelende hetgeen
verricht is ter bevordering van de belangen van het kadaster en
het verspreiden van kennis van het kadaster en de landmeetkunde
wordt gepubliceerd in het Tijdschrift. Het andere gedeelte, behan
delende de belangen van de leden, in het Orgaan. Deze zaken lopen
uiteraard door elkaar. Nu is het de gewoonte om in het Tijdschrift
een summier verslag te plaatsen en dat in het Orgaan wat uit
voeriger te doen zijn. Indien echter de vergadering en de redactie
van het Tijdschrift akkoord gaan met de opmerking van Afdeling
's-Gravenhage, zal het bestuur de suggestie overnemen. Het verslag
wordt ongewijzigd goedgekeurd.
4. Bestuursverkiezing. Oorspronkelijk was het bestuur van mening
dat dit jaar ook de voorzitter en de secretaris moesten aftreden.
De statuten en het huishoudelijk reglement kunnen echter zodanig
geïnterpreteerd worden, dat dit niet nodig is. Alleen de penning
meester kan niet voor het bestuur behouden blijven. Hij moet
aftreden en is reglementair niet herkiesbaar.
De heer Wytema heeft reeds bij de rondvraag van het huis
houdelijke gedeelte meegedeeld, dat hij deze zienswijze niet
deelt. In wezen gaat het om de interpretatie van het woord „tussen
tijds" in de artikelen 26 en 28 van het huishoudelijk reglement.
Het bestuur vat „tussentijds" op als „tussen twee vergaderingen".
Uit artikel 26 blijkt dat een bestuurslid normaliter aftreedt terstond
na een algemene vergadering. Dit artikel regelt verder de gang van
zaken indien -in tegenstelling tot de normale procedure een
bestuurslid niet onmiddellijk na een algemene vergadering maar
„tussentijds", dat is tussen twee vergaderingen in, aftreedt.
Vervolgens geeft artikel 28 aan dat in dit geval een referendum
mogelijk is. Indien de vergadering de bestuursinterpretatie niet
aanvaardbaar acht, zullen behalve de penningmeester ook de
voorzitter en de secretaris moeten aftreden. De laatstgenoemden
zijn dan eenmaal herkiesbaar voor een periode van drie jaren.
Na een discussie, waaraan de heren Ir. G. Homan, Ir. H. van
den Berg en Ir. A. J. Wytema deelnemen, vraagt de voorzitter
de vergadering of zij met de bestuursinterpretatie akkoord kan