385 op de verdere ontwikkelingen op dit gebied moge blijken uit het feit, dat sindsdien door de schijver met een door hem verbeterde apparatuur talrijke overgangsmetingen zijn uitgevoerd in het Waddengebied en in de Zeeuwse wateren. In dit verband kan nog gewezen worden op een tweetal meer recente artikelen van dezelfde schrijver in het Zeitschrift für Vermessungswesen 1961, Heft 4 en in Geodesia 1961, nr. 2. Ir. G. Bakker Ir. H. Ph. van der Schaaf en P. Vetterli, Ing. Dipl. E.T.H.: Computation of the Decca pattern for the Netherlands Delta works. Deze publikatie behandelt de berekening van een Decca patroon ten behoeve van het Deltaplan; in een voorwoord van wijlen Dr. ir. J. van Veen, een der promotors van jhet Deltaplan, wordt de noodzaak uiteengezet een methode van plaatsbepaling ter beschikking te hebben waarbij men onafhankelijk is van de weers omstandigheden, omdat tijdens het vijfentwintigtal jaren dat met de uitvoering van de werkzaamheden is gemoeid, steeds de ver anderingen in de zeebodem moeten worden nagegaan. In hoofdzaak worden in dit rapport twee aspecten samen hangend met de plaatsbepaling door middel van Decca beschouwd. In de eerste plaats worden de grondslagen en de afleiding van de te gebruiken formules behandeldin de tweede plaats wordt aandacht geschonken aan de eigenlijke berekening en hoe die is uitgevoerd met behulp van een elektronische rekenmachine, de Stantec-Zebra. In totaal moesten ten behoeve van de kaartering van het Decca- patroon op de schalen 15000 en 110 000 ongeveer 300 000 punten worden berekend; de produktie van de Zebra was ca. 3000 punten per uur. Om gemakkelijker verwerking in de reeds bestaande kaarten mogelijk te maken werden de punten niet in geografische, maar in R.D.-coördinaten berekend. Na een samenvatting in de Engelse en Franse taal wordt in het eerste hoofdstuk in het kort het op te lossen probleem gesteld en verder een uiteenzetting gegeven over de Zebra, de onderdelen ervan en de wijze waarop er mee gerekend kan wordenhierbij is alleen ingegaan op de eenvoudige code en niet op de normale. Hoofdstuk 2 behandelt de afleiding van formules voor het sferische hyperbolische Decca patroon. Het blijkt dat voor het beschouwde gebied de ellipsoïde vervangen kan worden door de bol; de hierdoor optredende benaderingen zijn voor de praktijk te verwaarlozen. Uit de resulterende vergelijkingen zouden 9 en X opgelost kunnen worden en op deze wijze het patroon bepaald. Hoewel het mogelijk zou zijn geweest hiermee het patroon recht streeks of via een transformatie naar R.D.-coördinaten te kaarteren, is niet deze oplossing gekozen vanwege de vrij onhandelbare formules, maar een andere, in beide volgende hoofdstukken be schreven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 75