386 Uitgegaan wordt van een benaderd vlak hyperbolisch patroon, gebruik makend van de coördinaten van de Decca zenders in het stelsel van de R.D. Hierna worden de correcties bepaald die nog gegeven moeten worden om uit het benaderde patroon het Decca patroon te verkrijgen. Dit leidt tot hanteerbare formules die ge schikt zijn voor een elektronische rekenmachine. De notatie in de formules zou hier en daar wel iets duidelijker gekund hebben. Aan de hand van enkele schema's wordt uiteengezet hoe de berekening in de praktijk is uitgevoerd met behulp van de Zebra. Het gebied is hiertoe verdeeld in secties; per sectie worden de correcties alleen voor de hoekpunten exact berekend; voor de overige punten wordt lineair geïnterpoleerd; de grootte van de secties is zo gekozen, dat de hierdoor ontstane benadering te ver waarlozen is voor de praktijk. Het zou interessant geweest zijn, indien iets meer over de tijd en kosten van de gehele berekening was meegedeeld. In de laatste hoofdstukken van de publikatie worden nog twee verwante problemen behandeld, nl. de conversie van Decca- coördinaten in R.D.-coördinaten en omgekeerd en het verband tussen de golflengten van het geïdealiseerde, berekende patroon en het werkelijk uitgezonden patroon. De enkele gemaakte opmerkingen hebben niet de bedoeling aan de waarde van het geheel afbreuk te doen; de schrijvers kunnen met gerechtvaardigde voldoening op het door hen verrichte werk terugzien. Ir. p. a. Roos Dr.-Ing. Herbert Matthias, Umfassende Behandlung der Theodolitachsenfehler auf vektorieller Grundlage unter spezieller Berücksichtigung der Taumelfehler der Kipp- achse. Mitteilungen aus dem Geodatischen Institut an der E.T.H. in Zürich*, Nr. 10. Herausgegeben von Prof. Dr. F. Kobold. Verlag Leemann, Zürich, 1961, 94 blz. Schw.Frs. 6.00. In dit werk wordt de invloed van fouten in de theodolietassen op horizontale en verticale hoekmetingen onderzocht. Onder de theodolietassen verstaat de schrijver de verticale of eerste as, de horizontale of tweede as en de vizierlijn van de kijker. Zoals bekend zijn de regelingseisen van een theodoliet a. De eerste as moet samenvallen met de loodrichting b. de tweede as moet loodrecht staan op de eerste as c. de vizierlijn moet loodrecht staan op de tweede as. Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire afwijkingen van de assen. De primaire afwijking is de afwijking van de gemiddelde ligging van de as t.o.v. de ideale ligging. De secundaire afwijking is de afwijking van de as bij een bepaalde Publikatie Nr. 7 van deze serie, van de hand van Dr. Paul Gleinsvik, werd besproken in dit Tijdschrift, jg. 77, blz. 300.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 76