maakt van de sinds een aantal jaren in verschillende gemeenten
furore makende zg. „bevriezingsverordeningen", welke steunen op
art. 43 der Woningwet en art. 168 der Gemeentewet. Met deze
verordeningen wordt beoogd veranderingen in de bestaande toe
stand te verhinderen, zulks in afwachting van de totstandkoming
van een definitief sanerings- of reconstructieplan voor de bebouwde
kom.
De gesignaleerde tekortkomingen doen echter niet af aan de
waardering welke men voor de nieuwe bewerking en voor de in
spanning die daarmede ongetwijfeld gepaard gegaan is, moet
hebben.
Bijzonder prettig is ook de uitvoerige litteratuurvermelding,
die onderwerpsgewijze in het boek is opgenomen.
Ik meen dan ook, dat de bewerkers van Volkshuisvesting III de
velen die zich ambtshalve of uit hoofde van studie met deze
materie hebben bezig te houden, bijzonder aan zich hebben ver
plicht.
Ten slotte een woord van lof aan de van ouds bekende firma
Samsom die het boek in een stevig en passend kleed heeft gestoken
en een goede leesbaarheid en overzichtelijkheid heeft doen ontstaan.
Mr. G. A. van Beusekom
i8
Mr. G. A. van Beusekom is werkzaam bij de Afdeling Stadsontwik
keling van de dienst der Publieke Werken te Amsterdam.