25
gesteld. Hetzelfde geldt voor de in 1949 voor de eerste maal ge
houden examens voor rekenaar en tekenaar.
Met ingang van 1 januari 1947 werd de uitgave van het Tijd
schrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 62 jaar verzorgd door
de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde, aan de Federatie
toevertrouwd. Aldus werd dit Tijdschrift, waarin reeds de publi-
katies van de N.L.F. verschenen, het tijdschrift van alle bij de
N.L.F. aangesloten verenigingen. Ook de bibliotheek van de Ver
eniging voor Kadaster en Landmeetkunde werd onder beheer van
de Federatie geplaatst. De Vereniging voor Kadaster en Land
meetkunde heeft toen, door het nemen van de besluiten die deze
overdrachten mogelijk maakten, bewezen dat zij een open oog had
voor de aan de gang zijnde ontwikkeling. Dat deze besluiten niet
zo gemakkelijk genomen werden zal duidelijk zijn.
In de loop van dat jaar besloot ook de Indische vereniging ons
Tijdschrift voor publikaties te gebruiken en haar eigen tijdschrift
op te heffen
De bijdrage die de N.L.F. verleende aan de totstandkoming van
de topografische schetskaart op schaal 110000 mag zeker niet
onvermeld blijven. De resultaten van een onder belanghebbende
diensten gehouden enquête en de rapporten van Prof. Schermerhorn
en Von Frijtag Drabbe, die tezamen met de toenmalige voor
zitter der N.L.F., Prof. Kruidhof, in een in 1949 door de N.L.F.
samengestelde commissie zitting hadden, leidden in 1950 tot de
indiening van een rapport aan de Minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening, waarin op de wenselijkheid van een ver
schijnen van een dergelijke kaart werd gewezen. Op 18 april 1952
werd van de Minister van Defensie bericht ontvangen dat tot de
vervaardiging van deze kaart, waaraan een zeer grote behoefte
bestond en nog bestaat, kon worden overgegaan. Moge ook de door
de commissieleden geuite wens dat de kaart iedere 8 ]aar wordt
herzien, in vervulling gaan.
In 1951 treedt de N.L.F. in de plaats van de Vereniging voor
Kadaster en Landmeetkunde als lid van de F.I.G., waardoor zij
zich ook op internationaal terrein begeeft.
Teneinde de leden van de Federatie op de hoogte te houden van de
recente ontwikkelingen in ons vak werd in 1953 met het houden van
regionale bijeenkomsten begonnen. Dit instituut leidde een enigszins
onregelmatig bestaan. Er waren j aren, dat de bijeenkomsten zeer druk
werden bezocht, maar enige j aren geleden meende men dat het maar
beter was deze speciale bijeenkomsten, die „in de provincie" werden
gehouden, niet meer te organiseren. Maar ziet, de laatste jaren mogen
zij zich weer in een grotere belangstelling verheugen. Gebleken is dat
de keuze van onderwerpen en sprekers hier wel zeer sterk de belang
stelling beïnvloedt.
Op de werkzaamheden van andere commissies, zoals de com
missie Kruyt, die voor onderzoek naar de opleiding van land-