wil dus zeggen ook t.b.v. opgaven, die met de eigendom van de grond niets temaken hebben. Men ziet bijv. dat op dit ogenblik voor de grootste Vermessungsbureaus in Zwitserland de Grundbuch- vermessung nog slechts een ondergeschikte rol speelt en metingen t.b.v. allerlei technische projecten veruit het belangrijkst zijn. Vergelijkbare verschijnselen ziet men thans in Oostenrijk en in Duitsland, waar eveneens de sedert lang aanwezige Dipl.-Ing. die Vermessungskunde studeerde, in staat is opkomende maatschap pelijke behoeften te bevredigen en dit ook doet als particuliere ondernemer. N ederland heeft in dit opzicht een eigen weg gevolgd, die min ot meer tussen die van de Romaanse en de Duits sprekende landen in loopt. De Nederlandse Landmeetkundige Federatie is een kind van deze ontwikkeling. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat heb ik in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde een uitvoerige schets van deze ontwikkeling getekend en ik acht mij thans ontslagen van de plicht, meer te doen dan een enkele grote lijn nog eens te accentueren. De N.L.F. is vooral ontstaan, omdat in de jaren tussen 1920 en 1936 de landmeetkunde buiten het kadaster tot ontwikkeling kwam. In dit verband is bijzonder belangrijk, dat de bezuinigings- politiek van de toenmalige regering, nodig geoordeeld op de basis van de economische crisis, een belangrijk aantal alumni van de Landmeterscursus in Wageningen noodzaakte elders, dat wil dus zeggen buiten het kadaster, dat hen niet in dienst nam, een werkkring te zoeken. De slachtoffers van dat beleid zijn de pioniers geworden, die bijzonder veel bijgedragen hebben tot in voering van behoorlijke landmeetkundige methoden buiten het kadaster. De commissie, die met sterke medewerking van Mr. H. Iwema een poging deed deze jonge krachten toch aan de taak van het kadaster dienstbaar te maken in de functie van buitengewoon landmeter van het kadaster, zonder dat daardoor het personeels budget van het Rijk bezwaard werd, werd niet alleen gestimuleerd door principiële overwegingen, zoals die golden voor de voorzitter van deze commissie, maar ook wel degelijk door het verlangen een opening te scheppen voor deze jonge mensen. De mentaliteit in de Nederlandse landmeetkundige wereld doemde het werk dezer commissie echter tot onvruchtbaarheid. Vooral Tienstra, gedreven door sterke sociale gevoelens, heeft zich veel moeite in deze en andere richting gegeven. Hij gaf de stoot tot de oprichting van de vereniging van Civiel-Landmeters. Daar mee zag de oude Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde naast zich een tweede vereniging opereren, gevormd door mensen, waarvan de opleiding op hetzelfde niveau lag, doch die hun kennis op een andere wijze aan de maatschappij en ook aan zich zelve dienstbaar maakten. Vooral deze groep, aangevuld door enkele civiel-ingenieurs, die, hetzij door dezelfde crisis, hetzij min of meer toevallig in hetzelfde vak verzeild raakten, hebben tezamen bij- 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 35