44
gooo Franse woorden het Engelse, Duitse, Italiaanse en Neder
landse equivalent] bekend. Dit aantal werd in 1953 gereduceerd
tot 2800. Op het congres te Scheveningen werd de voorlopige
uitgave van het woordenboek aangeboden. Thans is men zover dat
het binnenkort in Nederland mag worden gedrukt. Het heeft niet
aan onze vertegenwoordiger in deze commissie de heer Ir. F.
Harkink gelegen dat het zolang heeft geduurd. Het is ook niet
dit, wat ik in het begin bedoelde, toen ik zei dat de N.L.F. nog wel
iets van de F.I.G. kan leren.
Men zal dus binnenkort kunnen vertalen, maar wat moet er
vertaald worden Het is dan een vanzelfsprekend vervolg, dat men
een overzicht vraagt van de bestaande litteratuur. De landmeter
Ir. H. L. Rogge heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt door een
uitvoerig rapport betreffende de landmeetkundige documentatie
bij de N.L.F. in te dienen. Op de vergadering van het Comité
Permanent te Krakow werd het ter sprake gebracht en sympathiek
ontvangen.
Intussen rijpte op het Internationale Congres voor Geodesie te
Helsinki u;t een informele bespreking een plan tot samenwerking
op het gebied der bibliographie en documentatie van de Inter
nationale Vereniging voor Geodesie, de A.I.G., de Internationale
Vereniging voor Fotogrammetrie, de I.S.P., de Internationale
Vereniging voor Cartografie, A.I.C. en de F.I.G. Een eerste nader
oriënterende internationale bijeenkomst werd dit jaar in Delft
gehouden. Voor wat betreft de taak van de F.I.G. werd door het
Comité Permanent te Bern kortgeleden besloten een commissie voor
Bibliografie en documentatie in te stellen. Tot secretaris werd be
noemd de heer Rogge.
Ik zeide U reeds dat de belangstelling van de Nederlandse land
meters in het begin vooral was gericht op alles wat in de F.I.G.
met het kadaster in verband werd gebracht. In de loop der jaren
heeft er echter in de F.I.G. een accentverschuiving plaats gevonden.
De ruilverkaveling die in één commissie met het kadaster was
samengebracht vroeg meer en meer aandacht, en zo kwam er een
tijd dat men over het kadaster maar weinig sprak. Ter gelegenheid
van het IXe congres te Scheveningen werd dit welbewust weer
aan de orde gesteld. Dr. F. Kurandt uit Wiesbaden, een erkend
kadasterdeskundige, werd verzocht een speciaal rapport in te
dienen. Er was echter meer.
Reeds in 1949 was na langjarige voorbereiding een commissie
ingesteld ter bestudering van de verschillende kadastrale systemen
en voor het verzamelen van de documentatie betreffende de
boekhouding op de grond (régime foncier). Deze commissie werd
in haar rust gestoord, doordat op aanstichting van de secretaris
generaal Prof. ir. W. Baarda het Nederlandse kadaster zich met
deze problemen is gaan bezighouden.
Het zijn vooral de heren Mr. ir. S. M. Meelker en Ir. J. L. G.
Henssen geweest, die zich over deze commissie zijn gaan ont-