53
kleine kring van geleerden was, die de bolvorm der aarde had aan
vaard. Via Kepler, Galilei, Newton en Christiaan Huygens, die
na bijna 300 jaar blijkbaar nog altijd voor een gemaakte vergissing
moet boeten, komt Prof. Kneissl langzamerhand met zijn be
schouwingen in de tijd van het ontstaan van het Duitse kadaster,
nu omstreeks 150 jaar geleden. Hoewel de ontwikkeling tot dat
tijdstip niet mag worden onderschat, kost het spreker toch niet
veel moeite aan te tonen dat het aanzicht van de landmeetkunde
sedert die tijd toch geheel anders is geworden. We behoeven hier
toch slechts te denken aan de groeiende betekenis van de statistiek
voor de landmeetkunde en aan de moderne technische hulpmiddelen
en methoden, zoals elektronische rekenmachines, de fotogram-
metrie, elektronische afstandmeters, zg. automatische waterpas
instrumenten, de satellietmeting t.b.v. de vormbepaling der aarde
e.d. Tenslotte gaat spreker ook nog in op de onderlinge relaties
tussen de bestaande internationale organisaties op het terrein van
landmeetkunde, fotogrammetrie, cartografie enz.
Dr.-Ing. H. Plössl sprak over „Bindungen und Entwicklung im
Fortführungsvermessungsdienst". In zijn voordracht stelt spreker
allereerst vast, dat de ontwikkeling in het transport van onroerende
goederen en de daarmee verband houdende werkzaamheden van
het kadaster tengevolge van de huidige conjunctuur, zonder
weerga is. De problemen waarvoor het kadaster zich gesteld ziet,
kan slechts het hoofd worden geboden door bij elk onderdeel te
trachten zoveel mogelijk kleine verbeteringen in toegepaste werk
wijzen, gebruikte hulpmiddelen e.d. door te voeren. Daarbij dient
niet slechts te worden gelet op de motorisering van velddienst-
personeel, op de mogelijkheden van toepassing van fotogrammetrie
of elektronisch rekenen, e.d., maar evenzeer dient aandacht te
worden besteed aan de huisvesting van de kadasterbureaus en
aan vereenvoudiging van de dienstvoorschriften. Hierbij moet
worden vooropgesteld dat geen enkele verandering, of deze nu is
van technische, van organisatorische, dan wel van personele aard,
de kwaliteit van het werk, de dienstverlening door het kadaster,
of de goede naam van het beroep van de landmeter in gevaar mag
brengen.
Prof. Dr. H. Gamperl wees op gevaren die automatisering met
zich kan brengen in zijn voordracht „Auswirkungen automatisierter
Arbeitsmethoden in der Flurbereinigung"Zo schonk hij bijv.
aandacht aan de kwetsbaarheid van een dienst die veel elektroni
sche hulpmiddelen toepast. Immers, de elektronica laat nog al eens
verstek gaan. Het plotseling vrijkomende bedienende personeel
moet steeds goed kunnen worden opgevangen. Prof. Gamperl
waarschuwde tegen een onjuist gebruik van automatische hulp
middelen. Ook de traditionele hulpmiddelen hebben nog altijd
reden van bestaan. „Es ist nicht die Organisation die beste, welche
die teuersten Automaten verwendet", was een van zijn uitspraken.
Overigens blijken degenen die door een automatiseringskoorts zijn