74
zorging van het kadaster en de betrokken departementen en de
financiële vragen o.m. het aandeel in de kosten van de eigenaren.
De algemene vragen betroffen de betrekking tussen de kadastrale
bescheiden en andere openbare registers en de andere, niet fiscale
doelstellingen van het kadaster.
Omtrent de bijhouding van het kadaster moesten de volgende
vragen beantwoord wordenWorden de oppervlakten en de waarden
geregeld bijgehouden? En volgens welke principes? Welke zijn de
technische methoden, gevolgd bij de geregelde bijhouding
Naar aanleiding van het verzoek van de rapporteur kwamen op de
zittingen van de Commissie te Wiesbaden in 1959 11 rapporten
binnen uit de verschillende landen, waaronder ook Nederland.
De schrijver merkt op dat het niet eenvoudig is naar aanleiding
van deze rapporten en de discussie daarover te Wiesbaden in korte
trekken een overzicht te geven van het kadaster in de onderschei
dene landen. Niettemin heeft de schrijver er zich aan gewaagd de
inhoud van alle rapporten verkort weer te geven. Teneinde te kunnen
beoordelen in hoeverre hij in zijn opzet is geslaagd, menen we er
goed aan te doen, het resumé van het Nederlandse kadaster hier
onverkort weer te geven
Wij kunnen slechts grote bewondering hebben voor de lezer die
kans ziet uit dit uittreksel zich een duidelijk beeld van het Neder-
Nederland
Het eerste kadaster naar Frans voorbeeld kwam tot stand tussen
de jaren 1811 en 1832. Het belangrijkste kadastrale register is „le livre des
bien-fonds" (het boek van de onroerende goederen), dat in 1832 gereed kwam
en in 1875 vernieuwd werd. Men neemt er per artikel en per kadastraal
rayon die percelen in op, waarop door dezelfde personen dezelfde zakelijke
rechten worden uitgeoefend. Behalve de namen van de rechthebbenden
en de omschrijving der percelen geeft het boek het deel en nummer weer
van het openbaar register waarin de koopakten zijn opgenomen, de vorm van
de eigendom, de oppervlakte van de grond en de belastbare opbrengst van
gebouwen en gronden.
De hypotheken worden in een afzonderlijk register ingeschreven (d.i. der
halve een grondboek per eigenaar, zoals dit reeds in enkele kantons in Zwit
serland bestaat).
De publieke onroerende goederen (wegen en wateren) werden aanvankelijk
niet opgenomen in het grondboek (le livre foncier). De oude lokale triangula
ties zijn vervangen door de nieuwe triangulatie, die werd uitgevoerd tussen
1885 en 1928; men heeft de stereografische projectie toegepast; men projec
teert vanuit een diametraal op aarde gelegen punt op een vlak, dat de aarde
snijdt op een afstand van ongeveer 1200 m evenwijdig aan het raakvlak.
Het betreft een conforme projectie, waarbij de hoeken gelijk blijven.
De plicht tot afpalen van de grenzen heeft nooit bestaan en bestaat ook
thans nog niet; men verzoekt eenvoudig de op te meten grens af te palen
indien ze niet zichtbaar is op het terrein (zoals een sloot bijv.).
De oudste kadasters worden geleidelijk vernieuwd. Op het ogenblik is 10
van de totale oppervlakte onderwerp van vernieuwing geweest. Men gebruikt
de modernste meetmethoden. De werkzaamheden zijn voorbehouden aan
kadasterambtenaren. Plans en registers zijn voortdurend bij; de metingen
zijn gebaseerd op een polygonering waar deze bestaat, of op meetlijnen of op
bestaande grenzen. Het ponskaartensysteem is in studie.