83
Tussen de microscopen, buiten de koker, is, evenals bij de ijk-
basis, een invardraad opgehangen, waarvan de pijl gemeten wordt.
Nadere bijzonderheden over de dilatometer vindt men in [8].
In verschillende andere landen meet men de uitzettingscoëfficiënt
op andere wijze.
In Finland [9] meet men in het veld. De temperatuur wordt met
thermometers gemeten, die in een invardraad gestoken zijn.
In de Sowjet Unie verwarmt men de draad door er een elektrische
stroom door te voeren. De temperatuur wordt met thermokoppels
gemeten.
In Engeland hangt men de invardraden direct in water.
In de Verenigde Staten worden de draden elektrisch verwarmd,
zoals in de Sowjet Unie. De temperatuur wordt vermoedelijk be
paald door de elektrische weerstand van de invardraad te meten.
6. De weegkamers
In de weegkamer kunnen standaardkilo's met elkaar vergeleken
worden.
Men bezit één primaire standaard, die in tegenstelling tot de
primaire standaardmeter slechts zeer zelden gebruikt wordt. Tot
heden is de standaardkilo slechts tweemaal gebruikt, nl. in 1889 en
in 1948.
Verder bezit men een aantal secundaire en tertiaire standaards.
Deze standaardkilo's bestaan uit een glimmend cylindertje van
platina-iridium. Men heeft ook standaardkilo's van oestvrij staal,
maar deze zijn iets minder stabiel (sommige exemplaren nemen in
gewicht toe, andere nemen af na verloop van tijd).
Een platina-iridium standaardkilo is gedefinieerd met een nauw
keurigheid van 0,01 a 0,02 milligram. De relatieve nauwkeurigheid
is dus ca. 10 maal zo groot als die van een platina-iridium standaard
meter.
De standaardkilo's worden vergeleken op een balans van verguld
messing, die volledig mechanisch op afstand wordt bediend
(arrêteren van de schalen, arrêteren van het juk en omleggen van de
gewichten). Het aflezen geschiedt ook op afstand, met een aflees-
kijker.
Men weegt in de lucht, in een tochtvrij kastje. In de weegkamer
staat ook een balans om in vacuüm te wegen, maar daarbij blijken
de gewichten langzaam te veranderen.
randen
afgerond
Fig. 11
Een standaardkilo