97 .672 33-7 x io2 THz. Infrarode straling (Duits: Ultrarot). .673 3.7 X io2 7.5 X io2 THz. Zichtbaar licht. .674 7.5 x io2 1.0 X io4 THz. Ultraviolette straling. .676 i.o X io4 5.0 X io6 THz. Röntgenstraling. .68 1.0 x io6 6.0 x io8 THz. Gammastraling. .69 3.0 X io11 1.5 X io12 THz. Corpusculaire straling. De aanduidingen kilo, Mega, Giga en Tera geven machten van tien aan, met drie opklimmend: kilo io3. Mega io6 enz. Een Hertz is een frequentie van 1 trilling per secunde. Om uit de frequenties de bijbehorende golflengten uit te rekenen bedenke men, dat, zo men de golflengten in meters opgeeft, het produkt van beide 3 X io8 is. 1 Hz komt dus overeen met een golflengte van 3 X io8 m. Omgekeerd komt een golflengte van x m overeen met een frequentie van 3 x io8 Hz, dus 300 MHz. Gebruik van U.D.C.-528 in de Geodesie. Zowel bij het IFAG als bij de Dokumentationsdienst Geodasie der T.H. te Dresden wordt de nieuwe indeling voor classificatiedoeleinden sedert meer dan een jaar gebruikt. Daar de opgaven uit de rubriek „Bibliografie" in K. en L. van de laatstgenoemde Dokumentationsdienst afkomstig zijn, is dat sedert bijna een jaar merkbaar aan de codes die de op gaven begeleiden. Bij het I.T.C. werd de nieuwe indeling, voor 528.7 (maar: „preliminary"!) al sedert 1 januari 1959 toegepast. De B.G.I. zal in de toekomst ook de nieuwe indeling gaan ge bruiken. Deze bibliografie kampt thans met moeilijkheden. Deze lagen overigens niet alleen op het gebied der classificatie. In het voorjaar van i960 organiseerde de A.I.G. (uitgeefster der B.G.I. immers) te Parijs een aan deze materie gewijd symposium. Het rapport van dit symposium werd op het congres der A.I.G. te Helsinki (zomer i960) behandeld. De aanbevelingen van het sym posium werden overgenomen. De B.G.I. zal niet meer volgens een eigen systeem (B.G.I.-526), maar volgens de U.D.C. worden geclas sificeerd. Tevens zal afgezien worden van publikatie in boekvorm, zoals tot nu toe, maar zal tot een uitgave in kaartvorm worden overgegaan. Samenwerking zal worden gezocht met F.I.G., S.I.Ph., en A.C.I. (Zie Bulletin Géodésique Nr. 58, december i960, blz. 382-383.) Aan Prof. Baarda, die als Nederlands afgevaardigde, vertegenwoordiger van de Rijkscommissie voor Geodesie, het congres te Helsinki bijwoonde, werd verzocht de details nader uit te werken (zie K. en L. 77 (1961) Nr. 4 (augustus), blz. 206). Daartoe werd onder zijn voorzitterschap in mei 1961 te Delft een bijeenkomst van deskundigen georganiseerd waar, behalve de A.I.G. uiteraard, ook het I.T.C.het IFAG, Dresden en (misschien nog niet geheel officieel) de F.I.G. vertegenwoordigd waren. Ook deze bijeenkomst kwam tot bepaalde aanbevelingen aan de A.I.G., die natuurlijk pas op het volgend congres dezer organisatie aan de orde zullen komen. Gestreefd wordt o.a. naar een algemene, de gehele wereld, en het totale vakgebied omvattende (de B.G.I. omvatte feitelijk slechts de hogere geodesie) geodetische docu-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 39