RECHT EN ADMINISTRATIE
Mr. ir. C. G. VAN HULS,
De verhouding Kadaster-Hypotheken
Kadaster Woord en Begrip
In vrijwel de meeste handboeken die het Nederlandse kadaster
tot onderwerp hebben, worden enige woorden gewijd aan de her
komst van het woord kadaster, doch weinig schrijvers zijn zo uit
voerig op de oorsprong van dat woord ingegaan als de auteur van
een onlangs in het tijdschrift Geodesia verschenen zeer lezens
waardige bijdrage.
Nu mag het instellen van zo'n historisch onderzoek naar de
herkomst van een naam op zichzelf een interessante bezigheid zijn,
veel betekenis mogen we er ons inziens niet aan hechten, zeker niet
indien dat onderzoek moet dienen ter adstruering van een betoog,
dat er op gericht is de inhoud van het door het woord weergegeven
begrip nader te preciseren.
Daar het ons gaat om de betekenis die we aan het woord moeten
toekennen, om hetgeen bedoeld wordt, als we en dan bijzonderlijk
in de huidige tijd en in Nederland het over „het kadaster"
hebben, lijkt het ons onnodig aan de historische afleiding van het
woord aandacht te schenken.
Wat nu bedoelt men aan te duiden, als men in Nederland het
woord kadaster gebruikt? Gewoonlijk gebruikt men het woord
zonder dat men zich er rekenschap van geeft om er twee
geheel ongelijksoortige begrippen mee weer te geven.
In de eerste plaats doelt men bij het gebruik van dat woord op
de functie, de taak, die althans in Nederland door de Overheid
wordt uitgeoefend. Dit deel van de algemene Staatstaak kan,
indien we er van uitgaan, dat het zoals de meeste Staatsfuncties
onderworpen is aan bepaalde rechtsregels, worden aangemerkt als
een rechtsinstituut, dat, omdat het tot de Staatstaak behoort,
verankerd ligt zij het hoogst gebrekkig in die categorie van
het objectieve recht, die men gewoonlijk aanduidt met de naam
„administratief recht". Daar de weinige wettelijke regels, waarop
het instituut feitelijk stoelt, te vinden zijn in de Wet op de Grond
belasting (artt. 46 en 47), kan men zelfs stellen, dat het thuis hoort
in het belastingrecht, dat weer een onderdeel vormt van het ad
ministratieve recht.
bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te
Leeuwarden
(Vervolg van jg. 1961, blz. 338.)
P. S. Teeling, technisch hoofdambtenaar van het kadaster, Rijks
dienst van het Kadaster, Continuering van een internationaal bekend woord
beeld" Geodesia, jg. 1961, blz. 113 e.v.