6 7 kadaster". Heeft het slechts betrekking op een beperkte groep rechten op de grond, zoals het pachtrecht, het recht om leidingen te leggen over of in andermans grond of de rechten, die de Staat op de grond uitoefent, dan zouden we er respectievelijk de naam pacht- (huur-) kadaster, leidingenkadaster of domeinkadaster aan kunnen geven. Gelet op het doel, waartoe het Nederlandse kadaster werd opgericht, zouden we het moeten typeren als een belastingkadaster. Kluvers zegt daaromtrent1)„Ofschoon het Nederlandse kadaster opgericht werd met het oog op de regeling der grondbelasting, wordt het tegenwoordig in de praktijk dikwijls gebruikt, alsof het een eigendomskadaster is". De voorzichtige formulering van het tweede deel van deze uit spraak doet veronderstellen, dat de schrijver van oordeel is, dat, al moge het kadaster in de praktijk gebruikt worden alsof het een eigendomskadaster is, het niettemin zijn oorspronkelijk karakter behouden heeft. Wilde het Nederlandse kadaster een wezenlijk eigendomskadaster zijn, dan zou het een inventaris moeten zijn van de relaties tussen de subjecten en objecten van alle zakelijke rechten op de grond in geheel Nederland, met uitsluiting van het recht van bezit. Dat het dat niet is leren ons de artikelen 46 en 47 van de Wet op de grondbelasting (de enige aanwijsbare wetsartike len waardoor het kadaster officieel als rechtsinstituut wordt ge kenmerkt) „De kadastrale legger behelst de namen van hem, die, krachtens het volgend artikel, wegens de gebouwde en ongebouwde eigen dommen belastingplichtig is" (art. 46, ie alinea). „Belastingplichtig is hij, die het genot heeft van de gebouwde of ongebouwde eigendommen, krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht" (art. 47, ie alinea). Op grond van deze artikelen zou men het kadaster hoogstens de naam van bezitskadaster (waarin bovendien bezit zou moeten worden opgevat als feitelijk bezit) kunnen geven, doch zeer zeker niet die van eigendomskadaster. Toch zouden we het Nederlandse kadaster te kort doen, indien we er niet meer betekenis voor de maatschappij aan toekenden dan valt af te leiden uit deze soortnaam. Dat het kadaster behalve een regel matige heffing van de grondbelasting te waarborgen, de maat schappij nog andere diensten bewijst, is in hoofdzaak te danken aan de wijze waarop de hulpmiddelen ter uitvoering van de taak zijn ingericht. De concrete inventaris bevat twee belangrijke bestanddelen, nl. de kaart, die een verkleinde afbeelding geeft van de te inventariseren objecten, en de legger, die een nadere om schrijving geeft van die objecten en tevens de relatie weergeeft met de subjecten. 2) t.a.p. blz. 1. 2) Met opzet heb ik deze registers en kaarten uit de hierboven gegeven definitie weggelaten, daar men zich zeer wel een kadaster kan indenken, dat slechts van een dier hulpmiddelen gebruik maakt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 9