135 een stalen planplaatje, waarmee de aanslag plaats heeft tegen een nauwkeurig gepolijst stalen bolvormig oppervlak. De arm wordt steeds met dezelfde druk tegen dit oppervlak aangehouden door een veer die onder een bepaalde spanning gebracht wordt. De resultaten van een onderzoek op de Askania Teilkreisprüfer die door het Laboratorium voor Geodesie is aangeschaft waren zo verrassend goed, dat overwogen wordt een laboratoriuminstrument naar dit model te bouwen met een aantal verwisselbare armen, waardoor het mogelijk zal zijn de meest voorkomende theodolieten volgens de aanslagmethode te onderzoeken. Het blijft echter voor lopig nog een onbeantwoorde vraag of elke theodoliet geschikt is, om volgens de aanslagmethode te worden onderzocht. Men krijgt nl. bij herhaling van de hoekmeting een waarneming van een andere hoek, wanneer er speling in de legering van de verticale as aanwezig is, zodat het mogelijk wordt dat deze as in een iets andere positie wordt vastgeklemd. Deze gang van zaken is te vergelijken met een voortdurende verandering in de centrering van het instrument. Bij een horizontale hoekmeting in de landmeetkundige praktijk en bij een randonderzoek volgens methode a en b, waar de richt punten voldoende ver weg liggen, is deze verandering meetbaar, maar bij de aanslagmethode is dit niet het geval. De aanslagnokken liggen bij de Askania Teilkreisprüfer op 21 cm afstand van het asmiddelpunt en een verplaatsing ervan in de richting van de bissectrice van x \j. verandert de hoek reeds met 3 dmgr. Het optreden van speling kan men constateren door met de Teilkreisprüfer de hoekmetingen in dezelfde randstand een aantal malen te herhalen. Een mogelijke verplaatsing van het asmiddel punt die veroorzaakt zou kunnen worden door het verdraaien van de rand is moeilijker aan te tonen. Een dergelijke interactie lijkt echter onwaarschijnlijk. Het is dus mogelijk dat een randonderzoek volgens de aanslag methode tot een verkeerde indruk en zelfs tot afkeuring van de rand leidt, terwijl de oorzaak gezocht moet worden in een, op zichzelf onschuldige, speling van de as die men niet voldoende onderkend heeft. Littcratu ur [1] Uhink, W.Untersuchung der Hohlschraube einer Kreisteilmaschine. ZfV. 1941, blz. 170. [2] Wermann, G.Kreisteilungsuntersuchungen (Kritische Betrachtung des Heuvelink-Verfahrens) Deutsche Geodatische Kommission, Reihe C - Heft Nr. 18. [3] Mühlig, F.: Untersuchung eines Teilkreises nach zwei Methoden und Aufklarung der dabei auftretenden Widersprüche. Zfl. 1933, blz. 477-485. [4] Leemann, W.Mitteilungen über einen einfachen Apparat zur Kreis- teilungsuntersuchung. Schweizer. Zeitschr. f. Verm. u. Kulturt. 1930, blz. 82-87. [5] Hauer, F.Ein einfaches Hilfsgerat zur Untersuchung von Kreisteilungen. Zfl. 1935, blz. 456-464. [6] Kasper, H.Teilkreisuntersuchung eines Wildschen Prazisionstheodo- liten nach der Leemannschen Anschlagmethode. Zfl. 1936, blz. 375-378.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 17