van de verschillende hulpmiddelen die voor een simpele detail
meting nodig zijn. Na deze beschrijving volgt een bespreking van
de wijze waarop deze hulpmiddelen dienen te worden gebruikt.
De manieren waarop punten kunnen worden verzekerd worden
opgesomd, terwijl tevens wordt aangegeven hoe zo'n verzekering
in de praktijk in zijn werk gaat. Enkele meetmethoden worden
besproken.
Het boekje, dat sober van uitvoering is, kan diegene van dienst
zijn, die van zijn meetarbeiders practici wenst te maken.
H. L. v. G.
S. Wright Perrott. Surveying for young engineers, tweede
druk. 19 x 12 cm, 246 biz. Chapman Hall Ltd., London, 1961.
Prijs 16 s.
Wanneer we het boekje „Surveying for young engineers" door
bladeren, wordt het al spoedig duidelijk dat we geen woordenboek
nodig hebben om te ontdekken, dat het Engelse „engineer" in
het Nederlands meer vertalingen moet kennen dan: „ingenieur".
Voor wie dit boekje dan wel geschreven is, als het niet bedoeld is
voor aankomende ingenieurs met landmeetkundige interesse, is
echter niet zo gemakkelijk te zeggen. Hier te lande althans zal het
aantal belangstellenden gering zijn. Wie zal nl. beroepshalve nog
instructie behoeven bijv. met betrekking tot meetkettingen, hoek-
spiegels, achtkanten of landmeterskruizen en het herstellen van
kruisdraden met behulp van spinrag afkomstig van de kleine gele
tuinspin? Vermoedelijk niemand anders dan een hopman van de
padvinderij ten behoeve van een juiste beoefening van het spel van
verkennen! En hiermee wil dan beslist niets denigrerends gezegd
zijn met betrekking tot dit verkennen. Integendeel, de hierbij tot
ontplooiing komende pioniersgeest dient men slechts aan te moedi
gen. Het is echter minder doelmatig, dat men heden ten dage in de
landmeetkunde nog op deze wijze pioniert en verkent!
De schrijver acht deze tweede druk verantwoord als een praktijk
boekje voor jonge onervaren beoefenaars van het landmeten.
Terreinsomstandigheden en moeilijkheden worden soms in detail
beschreven. De inschakeling van bepaalde instrumenten wordt
op zichzelf logisch afgeleid van de uit te voeren werkzaamheden.
Besproken worden het waterpassen, het hoekmeten en het werken
met het planchet. Overigens ligt de bron van alle wijsheid in het
formeren van driehoeken, die door ombogen worden geconstrueerd;
de hoogste voldoening vindt men bij een sluitende kaartering!
Deze tweede druk is t.o.v. de eerste uitgebreid met een hoofdstuk
over coördinatenhiertoe wordt de betekenis van de goniometrische
functies uitgelegd. De coördinaten zijn dan van belang voor de
grootteberekening van een figuur gevormd door een gesloten veel
hoek. Deze veelhoek wordt in een voorbeeld beschreven met argu
menten tot in hele graden en met sluitfouten in en y-richting
138