139 van 7.9 en 4.9 ft Blijkbaar is dit normaal en dan kan dit boekje slechts de bedoeling hebben een beschrijving te geven van ruw en schetsmatig meetwerk. Waar men zulks in West-Europa nog bedrijft moeten we aan de fantasie overlaten. Dat hiermee de stand van zaken op landmeetkundig gebied in Engeland zou worden aangegeven valt nauwelijks aan te nemen. Het laatste hoofdstukje kan nog enige wijze lessen voor onze meetarbeiders inhouden als daar staat, dat het landmeten nooit haastwerk mag zijn en dat men zich niet moet ontzien om op de weg te knielen of plat op de grond te liggen als het werk zulks vordert Al met al voor sommigen toch wel een aardig boekje, voorzien van passende illustraties. A. H. v. D. M. Rectificatie t3 25 M 9 3 6 5 .4° 7 5 5 9 Artikel van Prof. Dr.-Ing. K. Gerke, Erfahrungen über Basismessungen mit Invardrahten und über elektronische Entfernungsmessungen im Dreiecksnetz I.O., opgenomen in de 77e jaargang (1961): blz. 327, tabel 5, regel „Fenster", kolom ,,gem. Lange" te lezen: 5,967 i.p.v. 5.977; tabel 6, regel „Borkum", kolom „Winkelmessung 1885/86" te lezen: 440 17' 31", 035 i.p.v. 31", 085; blz. 329, tabel 7. Het begin der laatste kolommen te lezen: Winkelnetz Differenzen Tpr Tpr Ai Aa A3 vis EA m m m cm cm cm ,19 ,08 .33 14 0 .55 .73 18 0 ,80 .73 .87 10 4 ,72 .67 .73 11 47 .47 0 0 .63 .65 ,65 21 19 12 .41 .41 .43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 21