die zij gekocht hadden. Klaassen, de derde koper, had niet gebouwd.
Veel meer dan een jaar nadat de laatste der drie akten was over
geschreven ten hypotheekkantore was het perceel nr. 2000 wegens
achterstand bij de kadastrale velddienst nog niet gesplitst in drie
percelen.
De koper Jansen stapte op zekere dag het notariskantoor in zijn
woonplaats binnen voor inlichtingen. Hij zeide tegen de notaris:
,,een commies der directe belastingen heeft mij verweten dat ik
voor de inkomstenbelasting de huur van een huis heb verzwegen,
volgens hem staan bij het kadaster twee huizen op mijn naam, en
ik heb er toch maar één" (historisch!).
De notaris onderzocht de zaak en ontdekte dat in de kadastrale
legger ten gemeentehuize stond geboekt op naam van deze Jansen:
perceel nr. 2000, groot 25 are, soort van eigendom: 2 huizen en
tuinen. Hij achtte dit onjuist en schreef daarover aan de hypotheek
bewaarder. Het antwoord van de hypotheekbewaarder luidde als
volgt
Dat voorstel is gedaan. Het liep via de directeur van 's Rijks be
lastingen. Deze zond het om advies aan drie andere hypotheek
bewaarders in zijn directie, en die gaven, alvorens te adviseren, het
geval door aan de boekhouder of commies op hun kantoor. Dien
tengevolge ontstonden zeer uitvoerige analyses van het geval; het
werd een dik dossier, met vele bijlagen bevattende voorbeelden van
invulling der splitsingsstaten en der metingsstaten, en voorbeelden
van boekingen in de legger.
De laatste episode speelde aan het Ministerie van Financiën,
directie Kadaster en Hypotheken. Daar bleek dat voor zulke ge
vallen niet minder dan vijf verschillende handelwijzen in zwang
waren in den lande. Deze moesten worden geanalyseerd en de beste
moest worden gekozen. Daarbij rezen allerlei vragen: Moeten de
plusminus-grootten uit de akten worden overgenomen in de legger
Zo ja, moet er dan een afzonderlijke proefstaat zijn voor die plus
minus-grootten Hoe moet de belastbare opbrengst uit de splitsings
staten worden overgenomen in de legger, in zwart? in rood? in
potlood Moet in de legger bij de als „gedeeltelijk" geboekte percelen
de soort van eigendom worden overgenomen? Moet de gesplitste
belastbare opbrengst ook in de gemeentelegger komen? Kan de
splitsing van de belastbare opbrengst niet aan de bewaring ge
schieden
Het antwoord op deze vragen is af te leiden uit de I.K. 1957.
147
Juiste boeking kan niet geschieden zolang de opmeting niet heeft
plaats gehad. Ten kadasterkantore staat in de legger achter het perceel
nr. 2000 een verwijzing naar het register nr. 9zulk een register berust
niet ter gemeentesecretarie, daarom is de verwijzing niet in de gemeente
legger opgenomen. De belastbare opbrengst is voorlopig gesplitst. De
verkoper hield niets over, daarom is het perceel op naam van één der
kopers gebracht. Toegegeven wordt dat deze wijze van boeking niet
de beste was, daarom zal ik een voorstel aan de Minister doen om een
beter voorschrift uit te lokken".