148
Als men in de Alfabetische Klapper opslaat het trefwoord „perceels
gedeelte (nog niet uitgemeten)" of het trefwoord „moederperceel",
vindt men de nummers van enige artikelen. Deze vormen een voor
beeld van een gedetailleerd stringent voorschrift, dat nodig was
voor de uniformiteit in het administreren aan de verschillende kan
toren. De regeling der stof was in de (aangevulde) I.K. 1918 aan
wezig, maar niet voor de volle 100 procent uitgewerkt. Toch was zij
wel zo, dat aan nieuwe belastingplichtigen die eigenaar waren ge
worden van een nog niet uitgemeten perceelsgedeelte, een aanslag
biljet kon worden gezonden, en reclames konden worden voorkomen.
Beheer van het archief
Littera scripta manet.
Volgens de I.K. 1918 berustte het beheer van het archief bij de
ingenieurs-verificateur en de bewaarders. Zij waren belast met de
zorg voor de goede bewaring der stukken tot het archief van hun
kantoor behorend, maar in de praktijk was de bewaarder beheerder
van het gehele archief, niet alleen van de leggers en de andere re
gisters, maar ook van de plans, hulpkaarten en veldwerken. Die
bepaling hield verband met de artikelen 1265-1268 B.W. over de
openbare registers, waarvan de bewaarder inzage verstrekt en af
schriften afgeeft; voor de uitvoering van de hem opgelegde ver
plichtingen moet hij te allen tijde het gehele kadastrale archief te
zijner beschikking hebben. Aan de meeste kantoren was geen
ingenieur-verificateur en het zou tamelijk moeilijk zijn geweest in
de tijd dat er nog geen bureaus van de landmeetkundige dienst
waren gevormd, één der landmeters voor het technische archief
(dat de bewaarder niet of weinig gebruikt) verantwoordelijk te
stellen. In 1910 verschenen de uitkomsten van de secundaire Rijks
driehoeksmeting in boekvorm; deze publicaties van de Rijkscom
missie voor Graadmeting en Waterpassing werden, formeel terecht,
via de ingenieurs-verificateur gezonden aan de bewaarders, ter
bewaring in hun archief, alwaar zij bleven berusten ten gebruike
van de landmeters van de velddienst.
Later, in 1933, is een eerste stap gezet om die eigenlijk denk
beeldige verantwoordelijkheid van de bewaarders voor de tech
nische stukken te veranderentoen is bepaald dat de zorg voor her
stellingen aan minuutplans, bijbladen en veldplans kwam te rusten
op de ingenieurs-verificateur. Dit was nog maar een geringe splitsing
van het archief in een technisch en een administratief gedeelte.
Maar de evolutie heeft zich doorgezet: in de I.K. 1957 vindt men
het sluitstuk van die ontwikkeling; thans berust het beheer en de
verantwoordelijkheid voor het technische archief, waaronder vallen:
processen-verbaal van grensbepaling, boeken van berekening,
minuutplans, bijbladen, veldplans, hulpkaarten, veldwerken en het
vaste-puntenarchief, ondubbelzinnig bij het hoofd van het bureau
van de landmeetkundige dienst