155 de belendende grondpercelen, dan kan worden opgemerkt, dat deze waarde om te beginnen niet zo gering is, indien men bedenkt, dat bij de oprichting van het kadaster totaal geen betrouwbaar aan duidingssysteem t.a.v. de grondpercelen bestond. Door de toen plaatsgehad hebbende vastlegging van de ligging der grondpercelen vaak herkenbaar aan bebouwing en andere vaste terreinpunten ten opzichte van elkaar, is de ruimtelijke ordening van het bodemoppervlak tot een grote graad van nauwkeurigheid opge voerd. Zo zelfs, dat hierdoor, naar wordt ervaren, vergissingen met betrekking tot een bepaald grondperceel tot een minimum kunnen worden teruggebracht. Immers de vaststelling aan de hand van het kadastrale plan, dat bijvoorbeeld een huis met erf in de gemeente X aan de straat IJ is gelegen en wel als het zoveelste huis gerekend van het noordeinde van de oostzijde van deze straat, is een scherpe onderscheiding van ieder ander grondperceel zowel ten opzichte van de naastliggers als t.a.v. mogelijke andere grondpercelen van eenzelfde eigenaar in eenzelfde gemeente. Een geheel andere vraag is, of de omschrijving in de akte altijd voldoende houvast geeft om verder ook de juiste ligging van de rechtsgrenzen te kunnen vast stellen. Zo ook of het kadastrale plan steeds voldoende oriëntatie punten geeft om tot een duidelijke omschrijving te komen. Op deze vragen zal ik straks nog terugkomen. In ieder geval wijst het aantal geschillen over grondeigendom niet op grote tekortkomingen van de bovenbedoelde notariële methode. Ook de rechtszekerheid van een verleende hypotheek wordt daardoor m.i. zeker niet ernstig in gevaar gebracht. De hypotheeknemer behoeft toch bij de juiste ligging van de rechtsgrenzen niet zo'n belang te hebben. Voor hem is op de eerste plaats belangrijk, dat hetgeen verhaalbaar is gesteld inderdaad aan de onderzetter in eigendom toebehoort en voldoende dekking biedt. Dat bij executie het onderpand misschien kleiner mocht zijn dan verondersteld wordt door het bedingen van over waarde waarschijnlijk zelfs nooit gemerkt. Processen in deze zijn althans voorzover mij bekend nooit gevoerd. Toch kan men er rustig van uitgaan, dat de partijenspecificatie en de landmeet kundige specificatie van een grondperceel in de meeste gevallen elkaar niet volledig zullen dekken. Het zou zelfs niet te veel zijn gezegd, dat aan een landmeetkundige specificatie klaarblijkelijk geen grote behoefte bestaat. Tegenwoordig immers worden talloze bouwhypotheken verleend op onderpanden, waarvan de specificatie op de keper beschouwd niets anders blijkt te zijn dan een verwijzing naar een situatietekening, waarin de onderlinge ligging van de onderpanden is vastgelegd. Op de keper beschouwd, omdat de bouwterreinen, waarvan de onderpanden deel uitmaken en waarop de kadastrale aanduidingen betrekking hebben, zich zo onover zichtelijk uitstrekken, dat aan die aanduidingen geen landmeet kundige specificatie voor de afzonderlijke onderpanden kan worden toegekend. Bezien wij nu het gevolg, dat genoemde notariële methode voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 37