170 zocht, niet alleen om een optimaal resultaat te verkrijgen, maar ook om de nauwkeurigheid van het eindresultaat te kunnen bepalen of te kunnen voorspellen. Een tweetal voordrachten is gehouden over superwij dzicht- opnamen en eveneens twee over de nauwkeurigheid van het tekenen van hoogtelijnen. Verder dienen nog genoemd te worden de voor drachten over: de toepassing van de fotogrammetrie bij het ont ginnen van kolenbekkens (zowel bovengronds als ondergronds), de topografische problemen in minder ontwikkelde landen, het werk van de O.E.È.P.E. en een voordracht over luchtfotointerpre tatie. Tot slot wordt hier nog vermeld de lezing van Prof. Dr. R. Finsterwalder over fotogrammetrische kaarteringen op kleine schaal. In het bovenstaande is slechts getracht een enkele indruk weer te geven van de Photogrammetrische Wochen. Dat van sommige voordrachten een korte inhoud is weergegeven en dat andere daar entegen slechts genoemd zijn of in het geheel niet zijn vermeld, moet gezien worden als een vrij willekeurige greep van onderge tekende. In elk geval is niet naar volledigheid gestreefd noch ge poogd een aanwijzing te geven aangaande de belangrijkheid van de onderwerpen. Naast de wetenschappelijke voordrachten waren zes middagen gereserveerd om demonstraties van verschillende instrumenten van de firma Zeiss-Aerotopograph bij te wonen. Bovendien was in het programma van de studieweken een aantal kleine excursies naar instellingen en diensten in München opgenomen. Tot slot is een woord van waardering aan het adres van de organisatoren van deze Photogrammetrische Wochen op zijn plaats. Ir. G. H. Ligterink

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 52