worden toegelicht, dat elke verwarring uitgesloten zou zijn en niet- Fransen de zoveel mogelijk gelijkwaardige term (het „equivalent") in hun eigen taal zouden kunnen bepalen. 2. De vocabulaire zou bestaan uit een hoofddeel (Frans als basistaal, Duits en Engels) waaraan later de verschillende landen een index zouden kunnen toevoegen, bevattende de equivalenten in hun eigen taal en wel in de vorm van een numerieke index (in de volgorde dus van het hoofddeel) en een alfabetische index. 3. Een klein comité van drie leden, genaamd „Comité de Coordi nation", zou Commissie I vervangen voor de eigenlijke redactie van de vocabulaire, zodat Commissie I slechts behoefde samen te komen voor de beslissing van twijfelgevallen of voor de beoordeling van de resultaten, verkregen door het Comité de Coordination. De drie leden werdenvoor Frankrijk de heer Robert Thuillier, voor Duitsland de heer Ingenieur Horst A. KrÜger van het Institut für Angewandte Geodasie (I.F.A.G.) te Frankfurt am Main, voor Engeland de heer Colonel Burnett, benoemd door het bestuur van de Royal Institution of Chartered Surveyors te Londen. De heer Krüger werd nadien bijgestaan door verschillende andere toegewijde medewerkers van het I.F.A.G. De technische adviseur van dit Comité de Coordination, de heer Thuillier, gaf er zich spoedig rekenschap van, dat het niet alleen noodzakelijk was enige termen van de vocabulaire te definiëren, zoals afgesproken was, maar ze alle te definiëren (of beter gezegd: te voorzien van verklarende aantekeningen), evenals de ver schillende betekenissen die één term kon hebben, ten einde het bepalen van de Duitse en Engelse equivalenten te vergemakkelijken en verkeerde vertalingen door de gebruikers te voorkomen, zoals zich zo vaak voordoen bij het gebruik van twee- of meertalige woordenboeken zonder dergelijke woordverklaringen. Er was geen sprake van echte genormaliseerde definities te geven, die wel wenselijk waren maar voor het merendeel in Frankrijk niet bestonden. Ter geruststelling van de lezer kan echter worden gezegd, dat voor de redactie van de woordverklaringen de belang rijke vakboeken zijn geraadpleegd, die stellig ook in aanmerking zouden zijn gekomen bij de eventuele vaststelling van genormali seerde definities. Natuurlijk zijn in de gevallen dat er wel genorma liseerde definities bestonden, deze opgenomen. Voor elke term werd een systeemkaart (fiche) aangelegd, met daarop de verschillende technische betekenissen van de term (en eventueel ook de betekenis in het gewone taalgebruik), voorzien van de „definities". Vervolgens werden de fiches aan de heer Krüger gezonden voor een eerste bepaling van de Duitse equi valenten. Daarbij moesten een aantal fiches ter zijde worden gelegd, omdat a) de Franse verklaringen aanvullingen behoefden, b) geen Duitse equivalenten bestonden, c) de Duitse equivalenten twijfelachtig waren. 172

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 54