Berichten Kadaster en Hypotheken Onderscheidingen. Benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau de hoofdlandmeter-A Ir. F. Harkink te 's-Gravenhage C.T.O. en de hoofd landmeter G. Kikkert te Dordrecht. Eervol ontslagen m.i.v. 1-8-1962 de hoofdlandmeter H. J. Arnold te Breda, m.i.v. 1-5-1962 de hoofdlandmeter A. J. Pasman te Winschoten; m.i.v. 1-7-1962 de hoofdlandmeter A. G. Wypkema te Assen. Benoemd m.i.v. 16-2-1962 tot hoofdlandmeter de landmeter ie klasse J. H. M. Ockels te Groningen; tot landmeter m.i.v. 16-1-1962 de adjunct landmeter Ir. C. Wiersma te Alkmaar, m.i.v. 8-2-1962 Ir. A. Dekker te Roermond. Verplaatst m.i.v. 1-4-1962 de hoofdlandmeter G. Th. Beukman van Sint- Maartensdijk rvk. naar Alkmaar rvk.m.i.v. 15-4-1962 de hoofdlandmeter Ir. D. van der Wulp van Alkmaar rvk. naar Utrecht bureau i.-v.m.i.v. 1-5-1962 de hoofdlandmeter Ir. P. J. Toussaint van Eindhoven naar Haarlem (aangewezen als hoofd van bureau aldaar). Ingesteld bureaus van de Ruilverkavelingsdienst te Roermond en te Leeuwarden, resp. m.i.v. 1-8-1962 en 1-9-1962. Technische Hogeschool Delft Benoemd tot gewoon hoogleraar aan de afdeling algemene wetenschappen en die der weg- en waterbouwkunde om onderwijs te geven in het burgerlijk recht en in het agrarisch recht de buitengewoon hoogleraar Prof. mr. P. de Haan. Op 3 april 1962 slaagden voor het kandidaatsexamen geodetisch ingenieur de herep M. J. Hoek en J. V. A. Pollen. Kadaster en agrarisch recht Korte samenvatting van de inaugurele rede van Prof. mr. P. de Haan, gewoon hoogleraar in de Afdelingen der Algemene Wetenschappen en der Weg- en Waterbouwkunde, gehouden in de Aula van de Technische Hoge school te Delft op woensdag 2 mei 1962. In zijn oratie wijdde Prof. de Haan enkele beschouwingen aan het kadastraal-juridische vraagstuk en zijn samenhang met het agrarisch recht. Dit probleem betreft de juridische waarde van de landmeetkundige bijdrage tot de openbare registratie van private rechten op de grond. Vaak wordt het vraagstuk van een eenzijdig privaatrechtelijk standpunt benaderd. De jurist is daarbij geneigd bedoelde waarde te onderschatten, hoewel de enige me thode om juridische percelen op een voor de registratie bruikbare wijze te specificeren toch de landmeetkundige is. Een eenzijdig mathematisch ge oriënteerde landmeter loopt daarentegen gevaar de privaatrechtelijke waarde van zijn bijdrage tot de registratie juist te overschatten. Met de toekenning van positieve private rechtskracht aan het kadaster zou deze bestuurs instelling nog weinig verder zijn. In de praktijk baseren partijen hun be doeling bij eigendomsoverdracht namelijk niet op de ligging van kadastrale grenzen, doch op die van zichtbare terreinafscheidingen. Veeleer heeft het kadaster behoefte aan administratiefrechtelijke waarborgen, dat de land meetkundige specificatie van overgedragen percelen in redelijke mate aan die bedoeling beantwoordt. Spreker pleit daarom voor een administratief rechts- kadaster, waarbij het kadastrale perceel geen privaatrechtelijk begrip is, maar wel een nauwkeurige administratieve weergave van de rechtsgrenzen op een kaart. Bij elke overdracht zou de notaris de kadastrale aanduiding in de akte, door vergelijking van kaart en terrein, aan de bedoeling van partijen omtrent de grensligging moeten toetsen, waarna zo nodig een partiële hermeting zou kunnen volgen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 63