125 Bepalen we de verschillen van de eerste en van hogere orde, dan blijken de verschillen van de tweede orde bij benadering gelijk aan nul te zijn. Hieruit volgt dat de formule voor de uitzetting kan worden aangenomen als zijnde van de eerste graad in X nl. V a X (algemene formule). Voor de diverse meetbanden werden de volgende formules ver kregen meetband nr. 169 50 m) Y 0,568 X meetband nr. 2 (300 m) Y 0,598 X meetband nr. 2 (400 m) Y 0,570 X meetband nr. 3 (400 m) Y 0,596 X meetband nr. 1 (650 m) Y 0,592 X Uit bovenstaande vergelijkingen kunnen de waarden voor de uitzettingscoëfficiënt a in millimeters per 50 m worden afge lezen, nl. Voor de berekening van de standaardafwijking in de uitzettings coëfficiënten moet de voortplantingswet der standaardafwijkingen worden toegepast op bovenstaande algemene formule, nl. of M2 =-- a2M2 X2 M2 M 2 a.2 M 2 M 2 y dus of X2 Na invullen der gegevens volgt hieruit voor Ma2 Ma2 0,000072 mm2/5o m Ma ca. 0,0085 mm/50 m ca. 0,17 IO"6 m/m. Uit dit en het vorige onderzoek kunnen nu samenvattend de volgende conclusies worden getrokken: 1. Het laboratoriumonderzoek was uitsluitend voldoende nauw keurig om de uitzettingscoëfficiënten van invarbanden te be palen. Meetbanden a in mm/50 m a in m/m Door de fabriek opgegeven waarde 50 m nr. 169 0,568 11,4 io"6 -1- 12,0 IO"6 300 m nr. 2 0,598 12,0 IO"6 12,0 IO"6 400 m nr. 2 0,570 11,4 IO"6 11,5 IO"6 400 m nr. 3 0,596 11,9 IO"6 11,5 IO"6 650 m nr. 1 4- 0,592 11,8 IO"6 12,0 IO"6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 7