127
en snel met het instrument kon werken, zodat het weinig moeite
kostte het aantal waarnemingen uit te breiden. De randstanden
werden als regel om de twee graden genomen, op een bepaald
gedeelte ter grootte van 10 graden zelfs om de graad en het
bleek dat op dit gedeelte de hoekmetingen in twee opeenvolgende
randstanden verschillen tot ongeveer 20 dmgr opleverden.
Het merkwaardige feit deed zich bovendien voor dat hoek
metingen in randstanden die 200 graden uit elkaar lagen soms
significante verschillen te zien gaven, hoewel toch de aflezing bij
de Askania Tu verkregen wordt uit de middeling van twee dia
metrale waarnemingen op de verdeling, zodat de grondperiode van
de hoekmetingen, in afhankelijkheid van de randstand, 200 graden
behoorde te zijn.
De wens om een verklaring voor beide verschijnselen te vinden
werd de aanleiding tot enige litteratuurstudie waarvan dit artikel
een samenvatting wil zijn. Het betreft hier de wijze waarop de
randverdelingen gemaakt worden, de afwijkingen die men daardoor
mogelijkerwijs in de verdeling kan verwachten en de verschillende
methoden waarop men deze tracht aan te tonen.
De uiteindelijke resultaten van het randonderzoek op de Askania
Teilkreisprüfer worden gepubliceerd in een vervolgartikel, waarin
tevens de aandacht zal worden gevraagd voor de uitbreiding van
de theorie van de methode Heuvelink, welke door Ir. C. Wiersma
is ontwikkeld.
Het betreft hier speciaal een manier om aan te tonen of een
bepaalde systematiek in de afwijkingen van de randstrepen al dan
niet significant is.
De vervaardiging
De verdeling wordt gegraveerd in een zilveren strook, die op een
glasschijf is aangebracht. Een glazen dekring wordt op deze schijf
vastgekit om beschadiging van de verdeling te voorkomen en om
tevens een duidelijke aflezing te waarborgen. Het stof dat zich op
de dekring zal afzetten, blijft namelijk bij het scherpstellen op de
verdeling onzichtbaar door de geringe scherptediepte van de aflees-
microscoop.
De eerste randverdelingen werden met de hand gekopieerd van
een zg. moederrand. De kwaliteit hing dus helemaal af van de
nauwkeurigheid van de moederrand en van het vakmanschap van
degene die deze kopieerde. In de jaren rond 1900 ontstonden de
eerste automatische verdeelmachines en de naam van Gustav
Heyde moet in dit verband zeker genoemd worden. De principes
volgens welke hij een aantal verdeelmachines bouwde, liggen
waarschijnlijk nog steeds ten grondslag aan de moderne machines.
Bij deze verdeelmachines wordt de randverdeling van de moeder
rand gevormd door een aantal tandjes 360 of een veelvoud
daarvan die regelmatig verdeeld zijn over de omtrek van een
cirkelvormige plaat. Deze plaat, waarop de te verdelen rand wordt