meer succes te hebben. Ze stelt echter hoge eisen aan de waarnemin
gen, zowel wat de richting als wat het tijdsmoment betreft. Wil men
de plaats van een satelliet die op een afstand van iooo km het waar
nemingsstation passeert, met bijv. een snelheid van 8 km per sec
tot op io m nauwkeurig vastleggen, dan vereist dit een nauw
keurigheid in de richting van 2" en in tijd van 0,001 sec. Het blijkt
dat deze nauwkeurigheid vrijwel alleen te bereiken is met het
fotograferen van satellieten tegen de achtergrond van sterren. De
magnitude van de zeer snel bewegende satelliet mag hier echter
niet te groot zijn.
Thans zijn reeds een tweetal soorten camera's met succes in ge
bruik nl. de Baker-Nunn camera's, waarvan er meer dan tien
over de verschillende continenten staan vespreid en die de nauw
keurige gegevens leveren voor het berekenen van de baanelementen.
De „United States Coast and Geodetic Survey" gebruikt de zg.
B.C. 4 camera met een Wild-Astrotar lens, gemonteerd op het onder
stel van een Wild T 4 theodoliet. Grootse plannen bestaan om op
deze manier door ruimtelijke triangulatie de geïsoleerd liggende
eilanden in de oceaan aan de continenten te verbinden, zoals bijv.
Hawaï, en om op den duur alle belangrijke geodetische referentie
stations in de gehele wereld in één systeem te brengen. Hierbij mag
wel worden vermeld dat door Ir. L. Aardoom en Ir. J. C. de Munck
op het Laboratorium voor Geodesie thans ook een camera, geleend
van de N.V. Optische Industrie „De Oude Delft", voor fotogra
fische waarnemingen wordt gereed gemaakt, waarbij naar eenzelfde
nauwkeurigheid wordt gestreefd.
Een moeilijkheid bij de gelijktijdige waarneming is de synchroni
satie van de opnamen op de verschillende waarnemingsstations.
Deze moeilijkheid zal worden ondervangen door de zg. geodetische
satelliet „Anna" (Anna is een afkorting van Army, Navy, NASA
National Aeronautics and Space Administration, Air Force), die per
5,6 seconden een lichtflits zal uitzenden, zodat slechts deze flitsen
op verschillende opnamen behoeven te worden geïdentificeerd.
Enkele dagen na het symposium werd de eerste geodetische satelliet,
echter zonder succes, gelanceerd. Een tweede exemplaar werd in
reserve gehouden. Deze satelliet is ook speciaal geschikt voor het
verrichten van radar- en dopplermetingen.
Een uitputtend verslag van dit symposium is hiermede aller
minst gegeven. We noemen nog de lezingen van Brouwer, Vinti,
Garfinkel enz., die de theoretische vragen betreffende de bereke
ning van de wijzigingen in de baanelementen van satellieten aan
nieuwe beschouwingen onderwerpen, de zeer interessante voordracht
van Markowitz over de registratie van de tijd en het waarnemen
van satellieten, van Musen over een satelliet met een omlooptijd
van 24 uur, de beschouwing van Veis over coördinatensystemen
in de hemelmechanica, van Scott over de nauwkeurigheid van
sterposities, van Gordon om gebruik te maken van sterbedekking
door satellieten, enz. enz. Wel is duidelijk geworden dat gedurende
203