vragen op dit gebied werden gesteld. Tevens werd de organisaties verzocht afgevaardigden in de subcommissie te benoemen. De N.L.F. wees ondergetekende als haar vertegenwoordiger aan. Kortgeleden vond mondeling overleg plaats tussen Prof. Odlanicki- Poczobutt en ondergetekende. De conclusies waartoe dit overleg leidde kwamen vrijwel overeen met hetgeen op de hoger genoemde bijeenkomsten der A.I.G. te berde was gebracht. Deze punten zullen te Wenen onderwerp van discussie zijn. In grote lijnen komen zij neer op het volgende. Het is wenselijk dat er een algemene geode tische documentatie komt. De titelbeschrijvingen van de verwerkte tijdschriftartikelen moeten van referaten in enige algemeen bekende talen worden voorzien. De vorm zal die van fiches zijn (kaart systeem). Periodieke publikatie van desnoods kleine kaartsets (bijv. eens per maand) is beter dan grote kwantums af en toe. Voor de systematische ordening zal gebruik worden gemaakt van de Universele Decimale Classificatie (U.D.C.). De kaarten zullen ook van trefwoorden in dezelfde talen als die der referaten worden voorzien. Er zal een redactie-centrum moeten komen, dat door regionale verzamelcentra van materiaal wordt voorzien. Deze centra zullen op hun beurt door nationale verzamelcentra gevoed moeten worden. De centra zullen instituten en geen personen moeten wezen. Er moet naar samenwerking tussen de vier hoger genoemde organisaties worden gestreefd, opdat dubbel werk worde voorkomen. In ieder geval moeten, zo men wellicht voorlopig niet tot een algemene documentatie kan komen, liefst parallel lopende werkwijzen worden gevolgd. Zo zou men wat de verzamelcentra betreft min of meer aan dezelfde instellingen voor „hogere" geodesie (A.I.G.) en „lagere" geodesie (F.I.G.) kunnen denken. Voor Neder land zal het regionale verzamelcentrum (waar men de gehele geodesie omvatten wil) het Institut für Angewandte Geodasie te Frankfurt am Main zijn. Een nationaal verzamelcentrum moet nog worden gevormd. Het ligt voor de hand dat dit te Delft komt. Voor tech nische kwesties zal samenwerking met het Nederlandse Instituut voor Documentatie en Registratuur (N.I.D.E.R.) geboden zijn. Het N.I.D.E.R. is op zijn beurt aangesloten bij de Fédération Internationale de Documentation (F.I.D.). De lijst van te bewerken publikaties (meest tijdschriften) zal er als volgt uit kunnen zien: 212 1. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 2. Geodesia 3. Cultuurtechnisch Tijdschrift 4. Geophysical Prospecting 5. Landbouw-voorlichting 6. Landbouwdocumentatie 7. Photogrammetria 8. Tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genoot schap 9. Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij 10. Fijntechniek 11. Intergrafia

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 30