meting vinden toepassing, zij het dat van de fotogrammetrie slechts wordt gebruik gemaakt voor zover de resultaten door andere diensten ter beschikking kunnen worden gesteld. Buiten zicht van land wordt op uitgebreide schaal gebruik gemaakt van elektronische plaatsbepaling. Op verzoek van de Deutsche Geodatische Kommission werd door de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting deelgenomen aan een nieuwe bepaling van de oude basis bij Meppen. De meting van deze ruim 7 km lange basis werd uitgevoerd met behulp van invardraden, die voor en na de basismeting werden geijkt op de ijk- basissen van Loenen en München, terwijl ook nog ijkingen en een bepaling van de uitzettingscoëfficiënten plaats vonden aan het Bureau International des Poids et Mesures te Parijs. Een nieuwe verdichting van de in 1957 gereedgekomen aanslui- tingsnetten van de eerste orde tussen Nederland en Duitsland werd in nauwe samenwerking met het Niedersachsische Landesver- messungsamt ter hand genomen. Deze werkzaamheden zijn nog niet afgesloten. Een tweetal tussenpunten van de eerste orde t.w. de nieuwe watertorens te Lichtmis en Lutten, werd bepaald in het grensgebied tussen Overijssel en Drenthe. Het secundaire puntennet hier ter plaatse, met deze tussenpunten in contact gebracht, kan nu opnieuw worden berekend. Reeds voor 1940 werd behoefte gevoeld te komen tot een goede verbinding tussen de hoofddriehoeksnetten van Nederland en België. De hieraan verbonden werkzaamheden konden pas in de verslagperiode worden ter hand genomen, daar moest worden gewacht op de wederopbouw van de door oorlogsgeweld verwoeste torens van Aardenburg, Assenede, Hulst en Hoogstraten. Deze punten waren overigens als hoofdpunten van het Nederlandse net behouden gebleven, doordat ze tijdig in nabijgelegen gebouwen verzekerd waren. De aansluitingsmetingen, die in samenwerking met het Militair Geografisch Instituut te Brussel worden verricht, zijn ongeveer voor de helft gereed. Aan het Nederlandse hoofd- driehoeksnet worden de punten Wenduine, Brugge, Gent, Waas munster, Antwerpen, Herentals, Scherpenheuvel en Dessel toege voegd. Vermeld zij nog dat de meting van een aansluitingsnet tussen Nederland en België en de meting van de basis te Meppen ook van belang zijn voor de nieuwe vereffening van het Europese driehoeksnet. De moeilijkheden die werden ondervonden bij het automatiseren van de ontsteking der Francis-schijnwerpers, uitgerust met een hogedruk-kwikdamplamp, zijn thans geheel opgelost. De nu bereikte bedrijfszekerheid en de lichtsterkte van 5 a 6 miljoen kaars geven aanleiding ook de overige Francis-schijnwerpers om te bouwen. Over het gebruik van schijnwerpers bij de Bijhoudings dienst van de Rijksdriehoeksmeting bericht Ir. M. Haarsma in [50]. Dezelfde auteur geeft enige beschouwingen over de Bijhoudings dienst van de Rijksdriehoeksmeting in [51]. 231

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 49