De plaatsbepaling uit faseverschillen volgens het Decca-systeem wordt in verband met de toepassing van deze methode in het zuid westen des lands door Ir. H. Ph. van der Schaaf besproken in [52]. Ook de zuiver instrumentele belangstelling blijkt nog altijd te bestaan. Hiermee in verband geeft Ir. A. C. Scheepmaker in [53] een vereenvoudigde berekeningswijze bij het onderzoek van een randverdeling volgens de methode Heuvelink. Een algemeen overzicht over het hedendaagse geodetische instrumentarium verkrijgt men uit het bijzonder fraai uitgevoerde lustrumboek van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius" [54]. Wat de mijnmeetkunde betreft kan worden bericht, dat door Ir. J. G. D. Moonen de aligneermethode van Prof. Van Heel dienst baar is gemaakt voor het overbrengen van een argument ter hoogte van het maaiveld ongeveer naar een verdieping van de ondergrondse werken van een steenkolenmijn. De theoretische achtergrond, de wijze van uitvoering en de eerste praktische resultaten zijn door Ir. J. G. D. Moonen beschreven in [55]. Voor het meten van de afwijking uit de verticale stand van mijnschachten wordt bij de Staatsmijnen sedert 1959 gebruik gemaakt van een speciaal daartoe ontwikkelde „verticaalkijker" van de firma Breithaupt. Aan de eis dat op een afstand van 500 m in de schacht een aflezing moet kunnen worden verricht met een standaardafwijking die 1 cm niet mag overschrijden, wordt door deze kijker ruimschoots voldaan. De fotogrammetrie neemt in Nederland een steeds grotere plaats in. De Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat breidde haar instrumentarium uit met een tweetal instrumenten van het type Stereosimplex IIIB van Galileo-Santoni. Het Kadaster breidde haar instrumentarium uit met een dergelijk instrument, terwijl een reeds aanwezige stereoplanigraaf C8 van Zeiss-Aerotopograph werd gecompleteerd met een Ecomat-uitrusting, zulks t.b.v. de registratie van modelcoördinaten in ponsband. De K.L.M.-Aerocarto N.V. ging over tot aanschaffing van een Wildautograph A7-K, terwijl ze zich ook een Wild RC-9 superwijdzichtcamera (Super-Aviogon- lens 5,6 cm) verwierf. Aangaande de autograph A7-K geeft Ir. H. L. van Gent een korte beschrijving in [56]. De K.L.M.-Aerocarto N.V. breidde haar instrumentarium uit met een gyroscopische camera-ophanginrichting van het type Aeroflex Stabilized Platform T-28. Een eveneens sedert kort in gebruik gestelde Airborne Profile Recorder van het type E A-N BA 2 bracht goede resultaten. Hetzelfde was het geval met het t.b.v. blokvereffening aangeschafte systeem Jerie-ITC. Een beschrijving van dit systeem geeft Dr. H. G. Jerie in [57]. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verkreeg in een aantal landen patentrechten op een beeldenpaarkaarteerinstrument dat werd ontwikkeld door H. J. Meyer, werkzaam bij de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat. Bedoeld instrument biedt de moge lijkheid opnamen met willekeurig gerichte opnemingsassen op een 232

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 50