meetkundig strenge wijze uit te werken, waarbij de foto's in eenzelfde horizontaal vlak worden en blijven ingesteld. In [58] bespreekt H. J. Meyer de toepassing van nieuwe constructie-elementen bij de bouw van fotogrammetrische instrumenten. Recente proefnemingen hebben aangetoond dat onder bepaalde omstandigheden de meting van lengte- en dwarsprofielen van terreinen met voldoende nauwkeurigheid en met betrekkelijk weinig kosten kan geschieden met behulp van luchtfoto's. Enkele algemene problemen betreffende de luchttriangulatie worden door Ir. A. J. van der Weele besproken in [59]. Dezelfde auteur behandelt het probleem van de relatieve oriëntering in bergachtig terrein in [60] en bespreekt de nauwkeurigheid van een radiaaltriangulatie in [61]. De activiteiten van het International Training Centre for Aerial Survey lagen, behalve op het terrein van het onderwijs, vooral op dat van onderzoek en ontwikkeling. Op deze plaats kan worden vermeld de studie van Ir. J. Visser met betrekking tot een syste matische methode van ontschranking met gebruik van vijf graden van vrijheid, welke hij heeft neergelegd in [62] en [63]. In [64] beschrijft F. Goudswaard de zg. I.T.C.-Omega-computer, een rekenlineaal ten behoeve van de bepaling van dwarshelling in de relatieve oriëntering van foto's van bergachtig terrein. Dipl.-Ing. F. Ackermann hield zich bezig met een nieuwe reken methode ten behoeve van analytische radiaaltriangulatie. De resul taten van zijn werk vindt men in [65]. De kadastrale proef Echt, deels opgezet om de bekwaamheid van de waarnemers te toetsen, gaf ook een goed inzicht in de met de fotogrammetrie te bereiken nauwkeurigheid. In [66], waarin Ir. H. L. van Gent de ervaringen met fotogrammetrie bij het kadaster weergeeft, vindt men over genoemde proef bijzonderheden vermeld. Dezelfde auteur geeft in [67] een schets van de ontwikkeling van en de werkzaamheden bij het kadastrale fotogrammetrische bureau. De belangstelling voor een leidingenkadaster wordt in Nederland steeds groter. De vraag is o.m. in hoeverre de fotogrammetrie zal kunnen worden dienstbaar gemaakt bij de inrichting daarvan. In [68] geven L. W. van den Muyzenberg en Ir. H. J. van Steenis hun zienswijze daaromtrent. Van Nederlandse zijde werden bijdragen geleverd aan internatio nale proefnemingen (Monti di Revoïra) onder auspiciën van de S.I.P. Aan soortgelijke proeven onder auspiciën van de O.E.E.P.E. wordt thans nog gewerkt. Voor bijzonderheden betreffende deze proeven kan beter worden verwezen naar de publikaties van ge noemde organisaties. Over het gehele gebied van Kaartprojecties, Cartografie en Kaartreproduktie was in de verslagperiode een zekere activiteit te bespeuren, zowel praktisch als theoretisch, zulks uiteraard als uitvloeisel van de steeds groter wordende vraag naar kaarten, in welke schaal deze dan ook vervaardigd mogen zijn. 233

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 51