In [69] geeft F. W. Michels een beschrijving van enkele nieuwe kaartprojecties die er toe bijdragen een beter inzicht te verwerven omtrent de ligging van die delen van de aardbol, die door poolroutes met elkaar verbonden zijn, of van de poolgebieden zelf. De werkwijze die wordt toegepast bij de kaartering van Neder lands Nieuw-Guinea en de stand van deze werkzaamheden worden door J. H. Bramlage besproken in [70]. In [71] geeft Ir. C. Koeman een beschouwing naar aanleiding van de zich steeds sneller wijzigende verhouding van produktie- snelheid van de terreinopneming tot die van de eigenlijke kaart vervaardiging, zulks als gevolg van de toepassing van fotogram- metrische methoden. De Topografische dienst zal in samenwerking met de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat een hoogtekaart van Nederland op de schaal 1 10 000 het licht doen zien, waarbij zoveel mogelijk zal worden gebruik gemaakt van reeds verzamelde betrouwbare hoogtecijfers. Gestreefd wordt naar een hoogtevermelding in deci meters van één punt per hectare. De totale serie van deze hoogte- kaart zal in ongeveer twintig jaar gereed zijn, tenzij de regering extra fondsen beschikbaar stelt. Sinds 1957 is de werkmethode, in het bijzonder die betreffende de fotogrammetrische basiskaartering en wat daarna komt, zeer ingrijpend gewijzigd. In enkele hoofdpunten samengevat berusten deze wijzigingen op het invoeren van maatvaste materialen als Stabilene, Cronaflex en Cronar, het graveren der tekenstukken en het „strippen" van peelcoatfoliën t.b.v. de vlak-kleuren in de kaart. De nieuwe werkwijze wordt gedetailleerd besproken door Ir. J. A. C. E. van Roermund in [72] en [73]. Los staande overigens van deze wijzigingen in de werkmethode is tegelijkertijd een verder gaande generalisatie doorgevoerd dan voorheen. De fotogrammetrische basiskaartering en de terreinverkenning geschieden ten behoeve van de kaart 1 10 000. Alleen details in bebouwde kommen worden op de kaartenschaal 1 25 000 weg gelaten, doch de generalisatie die t.b.v. de kaart 1 50 000 plaats vindt is wel ingrijpend. Het totaalbeeld van de kaart wordt daarbij uitgedund en veel leesbaarder gemaakt dan voorheen. De kaart 1 100 000 zal binnenkort worden herzien en daarbij na generalisatie worden afgeleid uit de kaart 1 50 000. Naar aanleiding van het verschijnen van de eerste topografische kaart x 100 000 in 1957 maakt Ir. C. Koeman enkele opmerkingen in [74], welk artikel tenslotte verwijst naar 50 publikaties aangaande topografische kaarten. Algemene beschouwingen betreffende generalisatie worden ge geven in [75] door Prof. dr. A. J. Pannekoek. Bij de vervaardiging van thematische kaarten speelt het samenstellen van kleurenschalen een belangrijke rol. Enige ervaringen dienaangaande bij het Rijks instituut voor Bodemkaartering geeft J. J. Jantzen in [76]. 234

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 52