235
In de verslagperiode zijn verschillende diensten weer met nieuwe
tekeningdragers geconfronteerd. Een duidelijk beeld over wat er
op dit gebied aan de markt is en welke mogelijkheden er met de
diverse materialen zijn, verkrijgt men uit het door M. J. J. Flink
in (77) gegeven overzicht. Dat overigens papier als tekeningdrager
nog niet is verdrongen, wordt bewezen door Ir. G. A. van Wely,
die in [78] de problemen bespreekt betreffende de affiene vervorming
van op papier getekende kaarten en daarbij methoden aangeeft
voor het bepalen van correcties aan rechthoekige en poolcoördina
ten, die uit een vervormde kaart worden uitgepast of in een ver
vormde kaart moeten worden gekaarteerd.
Prof. ir. G. F. Witt breekt in [79] een lans voor de normalisatie
van kaartschalen, zowel nationaal als internationaal, en tevens
van de daarmee samenhangende signatuur, de kleuren en de termi
nologie.
Ook het probleem van een eventuele invoering van de raamkaart
bij het kadaster is nog altijd actueel. D. de Groot bepleitte de
raamkaart in [80].
De Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat ging in 1961 over
tot aanschaffing van een automatische coördinatograaf van het
merk Coradi, die door middel van ponsband met vijf-gats inter
nationale telexcode wordt bestuurd. Voorlopig kan slechts worden
gezegd, dat een dergelijke wijze van kaartaanleggen met de daarbij
noodzakelijke controles technisch uitvoerbaar is. Omtrent de
economische voor- en nadelen kan echter nog geen gefundeerd
oordeel worden gegeven, daar de aanpassing van de organisatie
van het werk en de scholing van het personeel nog nauwelijks
zijn begonnen.
De reproduktie-inrichting van het kadaster ondergaat een ge
leidelijke uitbreiding en vernieuwing. In de verslagperiode werd
o.m. een Klimsch-camera van het type Superautohorica KT aan
geschaft. Vooral i960 was een zeer druk jaar. Het aantal en de
waarde van de vervaardigde reprodukties bereikten een hoogtepunt.
Naast de lopende werkzaamheden werden o.m. proeven genomen
met verschillende autopositieve filmsoorten, die werden getest t.a.v.
hun bruikbaarheid voor de vervaardiging van filmplans. Speciaal
werd daarbij gelet op sluiering en maatvastheid. Het resultaat is,
dat de filmplans thans worden vervaardigd op autopositieve film
van de firma Gevaert. De onderzoekingen op het gebied van de
microfotografie bevinden zich in een vergevorderd stadium; wat
de techniek betreft zal binnenkort tot het microfotograferen van
de akten, al of niet in boekvorm, kunnen worden overgegaan.
Omtrent de modernisering bij de reproduktie-inrichting van het
kadaster geeft Ir. H. L. van Gent enige mededelingen in [81].
De reproduktie-afdeling van de Nederlandsche Heidemaatschappij
ging over tot aanschaffing van een zeefdruk-installatie van het
formaat 80 X 100 cm. Daar de installatie nog maar een goed half
jaar in gebruik is, en eerst de vereiste scholing van personeel moest