helft van het studiejaar worden wel enkele voorbereidende oefe ningen gehouden, zodat de student bij het begin van de eigenlijke oefeningen reeds met de fundamentele handelingen en waarne mingen vertrouwd is. Als een nadeel zou men kunnen beschouwen, dat de student wegens deze regeling het theoretisch examen moet doen voordat hij praktische ervaring bezit. Prof. Roelofs maakt verder de navolgende opmerkingen: „Voor de studenten aan de Technische Hogeschool te Delft geldt als een bijzonder voordeel de omstandigheid dat de T.H. samenwerkende met het Inter national Training Centre over een ongewoon uitgebreide verzame ling van grote kaarteringsinstrumenten kan beschikken. Om de studenten echter geen overdreven indruk te doen krijgen van de plaats die dergelijke instrumenten in de praktijk van de fotogram- metrie innemen, worden ze ook vertrouwd gemaakt met eenvoudige fotogrammetrische methoden, die slechts een simpel instrumenta rium vereisen". In het studieprogramma voor geodetisch ingenieur komt een aantal vakken voor, die niet van wiskundige of geodetische aard zijn, maar vallen onder de studierichting „Administratie van de grondeigendommen en cultuurtechniek". Het zijn de juridische en de civieltechnische vakken en de vakken die verband houden met het economisch gebruik van de bodem. Prof. Witt (docent in de planologische geodesie en de ruilverkave ling), Prof. De Haan (docent in het recht) en Prof. Van den Berg (docent in de bodemkunde en de landhuishoudkunde) maken over deze vakken de navolgende opmerkingen. „Daar het grootste gedeelte van de geodeten betrokken zal worden bij handelingen die wijzigingen in het gebruik of de eigen dom van de grond veroorzaken, is het van uitermate groot belang dat zij bekend zijn met de juridische aanleiding tot deze verande ringen, zoals ruilverkaveling, onteigening, planologische maat regelen, grondoverdracht, enz. en de gevolgen daarvan. Daar de aarde het werkterrein van de geodeet uitmaakt is het logisch dat de studenten van het ontstaan en van de eigenschappen, alsmede van het gebruik van de bodem op de hoogte moeten zijn (geologie, bodemkunde). De nodige kennis van de eigenschappen en van het gebruik van het aardoppervlak is derhalve, zowel voor de in Nederland werkende geodeten, als voor degenen, die de te ontwik kelen gebieden als werkterrein zullen kiezen, van belang. Daar verder het grootste gedeelte van de aarde gebruikt wordt voor landbouw, is het niet overbodig, dat de studenten van de econo mische achtergronden van de landbouw enig begrip hebben (land huishoudkunde). De meer technische vakken, als cultuurtechniek, hydraulica, polderwezen, spoorwegen, stedebouwkundige werken enz. komen in het programma voor, omdat het gewenst is dat de geodeet, die later in zijn werkzaamheden met ingenieurs op civiel-technisch en cultuurtechnisch terrein te maken heeft, enig inzicht krijgt in de 244

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 62