189 en de gewichten van ar en b, volgen direct uit (6). Voor de schatting van de variantiefactor vindt men OjjS^ 2w (sin2|ra: sin2Jran) ar2-\-b,2). Wanneer F0,tS]O ,0 (0n 2 en 2n 16) komt men tot de gevolgtrekking, met een kans van 1 op 20 op een foute conclusie, dat het model in de tweede fase niet juist is, waarmee dan het bestaan van de onderzochte periode is aangetoond. Deze handelwijze wordt nu achtereenvolgens voor ieder stel waarden ar, b, gevolgd. Met de verkregen formule voor R(<p) kan men nu iedere rand- aflezing corrigeren; een werkwijze die men overigens alleen volgt wanneer men niet de mogelijkheid bezit om de metingen te her halen in een aantal series welke regelmatig over de rand verdeeld zijn. Van meer belang is de schatting die men met (7) van a2 vindt, omdat hieruit mede een schatting verkregen kan worden van de variantie t2 van de toevallige afwijkingen in de randstrepen. Men neemt dus a priori aan, dat alle mogelijke systematiek in de af wijkingen van de randstrepen beschreven kan worden door het model (1), waarin r niet verder dan 14 loopt. Is m2 de schatting van de variantie van p die men verkrijgt door de waarnemingen bij het randonderzoek in dezelfde randstand een aantal malen te herhalen, dan is S2 m2 2t2 en met de aldus verkregen schatting van t2 heeft men een indruk gekregen van de kwaliteit van de verdeling. Het onderzoek van de Askania Tu is uitgevoerd met twee proef- hoeken van 50 gr en 66 gr die waargenomen zijn in resp. 100 en 50 randstanden. Het waarnemingsprogramma is op de gebruikelijke wijze opgezet [3], met de mogelijkheid dus om de stabiliteit van de proefhoek te controleren. De ervaring heeft geleerd dat het bij het gebruik van collimatoren wenselijk is de waarnemingen in 4 series te verdelen, maar bij de Askania-Teilkreisprüfer bleek de proefhoek zo stabiel te zijn, dat het mogelijk was alle randstanden in één serie te verenigen. De aanslagnauwkeurigheid was bovendien enkele malen groter dan de overeenkomstige richtnauwkeurigheid, zodat voor de bepaling van een waarde voor p volstaan kon worden met een middeling uit twee i.p.v. uit vier waarnemingen. De waarde van de Teilkreisprüfer wordt nog meer geaccentueerd door het feit dat het onderzoek ook door een niet-geroutineerde waarnemer kan worden uitgevoerd. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 7