264 kunnen zijn van de bestaande commissie, bestaande uit enkele leden daaruit, aangevuld met figuren uit provincie, gemeente en belanghebbende diensten en bedrijven. Mocht de regering niet tot instelling van een dergelijke commissie besluiten, dan ware contact te zoeken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, opdat de zaak van onder op wordt opge bouwd, en een einde wordt gemaakt aan de economische verspilling en de juridische onzekerheid, die gevolg zijn van het feit, dat een aanzienlijk maatschappelijk kapitaal onvoldoende wordt geregistreerd. Verslag van de bespreking van het preadvies Nadat Ir. H. J. van Steenis nog enkele hoofdpunten uit zijn preadvies nader heeft toegelicht, geeft de voorzitter het woord aan Mr. J. F. Jansen, die als eerste discussiant toestemming vraagt om als belangstellend gemeentesecretaris enkele opmerkingen te mogen maken en vragen te stellen. Spreker kan de inleider geheel volgen als hij de wenselijkheid bepleit voor een kabel- en leidingenarchief. Kaartenarchief van boven- en ondergrondse situaties lijken hem praktisch. Hoe ge detailleerd of niet gedetailleerd de moederkaarten, de beheers- kaarten e.d. er uit moeten zien, laat hij graag aan de vele hier aan wezige meer deskundigen over. Ook lijken hem landelijke adviezen over samenstelling enz. van dergelijke kaarten en kaartenarchieven nuttig. Al is schablonen- werk uit den boze. Belangen van grote en kleine gemeenten zijn bijv. in deze niet over een kam te scheren. En aan kaartenmateriaal in nieuwe buitenwijken, waar speciale buizen voor kabelkruisingen worden gelegd enz. bestaat ook minder behoefte. De inleider gaat dan echter een stap verder en vraagt wettelijke regeling van ondergrondse eigendomstoestanden, waarbij meteen het woord „leidingenkadaster" valt. Spreker begrijpt, dat de inleider daarmede bedoelt een rijks instelling, die niet alleen bewaart en aantekent, doch ook verant woordelijk is voor het vervaardigen, controleren en bijhouden. In het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde van december i960 staat bijv. (blz. 330)„Juist lijkt ons dit leidingenkadaster bij het kadaster onder te brengen. Er dienen daar dan ook civiele en werktuigbouwkundige technici aan verbonden te worden om een soepele samenwerking met de bedrijven te verzekeren". Uitdrukkelijk wijst spreker er op dat de inleider een nadrukkelijke beperking aanvaardt in dier voege, dat de administratie van het leidingenkadaster zeker betrekking zal hebben op het ondergrondse bezit dat onder het beheer van de overheid berust. In het preadvies wordt bijv. gesproken over administratie van het zo kostbare onder grondse bezit van de overheid en de semi-overheidslichamen. Spreker vraagt zich nu af of door deze beperking de grondslag niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1962 | | pagina 10