268
komen, doch spreiding van de gegevens over de grote steden, de
provincies, enz.
3. Vermoedelijk is het meest aangewezen orgaan voor het geven en
verzamelen van inlichtingen de wegbeheerder, omdat deze ook de
vergunningen voor ondergrondse leidingen moet afgeven. Zou
het op deze wijze lukken om te komen tot een zekere ordening
bij de leidingen, dan zou men bij plannen voor nieuwe leidingen
in eerste aanleg alleen behoeven te gaan praten met de wegbe
heerder, om daarna meer in detail te praten met de leidingbe
heerder.
Als derde discussiant krijgt Dr. H. Kahrel, secretaris van de
Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Neder
land het woord.
Spreker begint met de eerste zin van het preadvies van Ir. Van
Steenis en hij vraagt zich af of het woord leidingenkadaster wel
juist is en wijst hierbij op de negatieve instelling van het Neder
landse kadaster. Naar zijn mening heeft de preadviseur meer in
positieve zin gedacht aan „Grundbuch" of .Torrensstelsel". In
Nederland wil men niet naar een positief stelsel dus acht hij deze
kaart praktisch niet haalbaar.
Dr. Kahrel gelooft dat het sterk negatieve standpunt van de
preadviseur ten aanzien van de thans bestaande wettelijke situatie
niet geheel gerechtvaardigd is. Op privaatrechtelijk terrein kan de
eigenaar van de weg door middel van de Belemmeringenwet Pri
vaatrecht worden gedwongen om het openbaar nutsbedrijf een
zakelijk recht te geven betreffende het leggen van een leiding. Die
eigenaar heeft als de in de Wegenwet genoemde wegbeheerder
echter ook een publiekrechtelijke functie. Daarom mag de weg
beheerder zijns inziens de voorwaarden stellen, die hij voor een
goed wegbeheer nodig acht. Tot die noodzakelijke voorwaarden
rekent de wegbeheerder meestal ook de plotselinge opzegbaarheid,
zodat de vergunning een element van onzekerheid verkrijgt. Voor
het opstellen van een goede vergunning ontbreekt in sommige
opzichten de juiste basis. Spreker wijst in dit verband op de buiten
gewone normalisatiecommissie B.N.C. 16, die onlangs een V-blad
betreffende de plaats van leidingen en kabels in wegen tot stand
heeft gebracht. Verwacht wordt, dat de normalisatiecommissie B 7
binnenkort zal komen met een V-blad betreffende de vervaardiging
van revisietekeningen. De wegbeheerders zullen van dat werk
profijt kunnen trekken o.a. door genormaliseerde revisietekeningen
te eisen.
Een aanknopingspunt voor de gedachtengang van de heer Van
Steenis meent hij gevonden te hebben in artikel 2, lid 2, van de
Belemmeringenwet Privaatrecht, waar is bepaald, dat een duidelijke
grondtekening ter inzage moet worden gelegd en door de Burge
meester van deze tervisielegging kennis moet worden gegeven in de
eerste plaats aan de rechthebbenden die als zodanig in de registers
van het kadaster voorkomen.