269
Het kadaster blijkt in het kader van het vergunningenstelsel dus
reeds een wettelijke functie te hebben. Het komt er op aan het
bestaande te verbeteren, o.a. door het eisen van genormaliseerde
tekeningen. Misschien kan door een wettelijk voorschrift een centraal
register op die basis worden bevorderd.
De Engelse Public Utilities Street Works Act eist de uitwisseling
van kaarten en verbindt consequenties aan nalatigheid in dat op
zicht. De ervaringen met die wet opgedaan zijn echter niet erg
gunstig.
Na de pauze wijst Ir. A. Scheffer op het feit, dat het dikwijls
niet voldoende is om te weten waar iets in de grond zitmen wil ook
weten hoe diep het zit. Tevens wijst hij op het feit dat de opmeting
van een en ander niet door de uitvoerder maar door iemand van de
verantwoordelijke dienst dient te worden gedaan.
De heer A. Dekker wijst op het belang van een goede coördinatie
als kostenbesparing, de kaart biedt daarvoor geen oplossing.
De heer Ir. J. Alberda vraagt zich af of beheerskosten verbonden
aan de instelling van een leidingenkadaster opwegen tegen de be-
sparingskosten.
Wanneer Ir. Van Steenis het woord krijgt voor het verweer,
stelt deze dat er voldoende is waarover men het eens is om tot een
goede discussie te geraken. Hij zal de sprekers in volgorde beant
woorden, maar daar de vragen en de tegenkantingen elkaar ge
deeltelijk overlapt hebben, is dit niet geheel na te komen.
Inderdaad heeft spreker een instelling bedoeld, die de ver
antwoordelijkheid durft te dragen, uiteraard met de daaraan
verbonden delegatie. Hij acht daarom de suggestie om de wegbe-
heerder hierbij in te schakelen, zeer waardevol.
Spreker vindt het hoe niet het allerbelangrijkste, maar het moet
er zijns inziens wel komen, en hiervoor is noodzakelijk, dat de
diensten die er mee te maken hebben het een belangrijke zaak
vinden.
Inleider erkent dat hij in het preadvies de administratie wat te
veel beperkt heeft tot de overheidsdiensten, maar bij de leidingen
ligt toch ook de nadruk zeer sterk bij de overheidsdiensten.
De tegenstelling die Mr. Jansen heeft geconstateerd tussen
kadaster en leidingenkadaster is juist, de spreker vindt dat het
leidingenregister meer positief dient te zijn. Hij kan akkoord gaan
met het woord leidingenkadaster om verwarring met het kadaster
te vermijden. Het kadaster zal echter voornamelijk de goede basis,
het goede kaartmateriaal, moeten leveren. De preadviseur stelt ter
verduidelijking dat hij niet alleen heeft bedoeld dat er een eco
nomische verspilling bestaat, omdat de zaak niet voldoende in kaart
is gebracht. Hierbij moet worden gewezen op de extra verspilling
die ontstaat door het niet opgeven en dus het niet bekend zijn van
de ligging van de leidingen, door het langs elkaar heen werken.